11 NOVEMBER 1994
699
De heer DE LEEUW
U stelt vragen altijd aan het college, het is een gezamenlijke collegiale verantwoordelijkheid. Daar
stelt u vragen aan. En op dat moment maakte uw fractie nog deel uit van dit college.
De heer SCHRODER
De wethouder geeft in zijn afscheidsbrief ook impliciet toe dat de informatie in ieder geval voor
7 november bij het college bekend was. Wanneer je als college toch tweewekelijks en zonodig
dagelijks wordt geïnformeerd over de voortgang van de bouw, dan kan het toch niet dat er op
dinsdag 8 november plotsklaps een vertraging van maanden is die op 7 november, of desnoods
al in die weken daarvoor, nog niet bekend was? Ten aanzien van de hele schouwburg zijn er
meerdere van dit soort incidenten geweest waarin naar ons inzicht om de waarheid werd
heengedraaid. Tijdens de debatten op 22 september hebben wij moeten vernemen over een proeve
van een bedrijfsplan dat in ieder geval voorhanden was in december 1993Een negatief bedrijfsplan
was dat en we hebben toen moeten vaststellen dat die informatie in ieder geval bij de collegeonder
handelingen van april dit jaar niet aan de betrokken fracties ter kennis is gebracht. In mei hebben
wij nog vragen ex artikel 48 gesteld over de exploitatie en of alles wel binnen het vastgestelde
budget zou kunnen. Ook toen was de beantwoording geruststellend: er was niets aan de hand, alles
zou binnen het vastgestelde budget voort kunnen gaan en zo snel mogelijk zou een extern onderzoek
daar nog nader worden opgezet conform de afspraak in het programakkoord. Later hebben we
moeten vaststellen dat Twijnstra en Gudde al lang bezig was met de analyse van een negatief
concept-bedrijfsplan. Wat is dat eigenlijk, is dat dagdromerij van het college, is het zelfbedrog,
wat doet het college eigenlijk? De beantwoording van 7 november verdient de kwalificatie wat
ons betreft misleiding dan wel leugenachtig. Twee jaar geleden werden de stad Breda en de
omliggende gemeenten verrast met een aardig kwinkslag van onze burgemeester Nijpels over de
kalkoen en de kerst. Gisteravond mocht ik uit de mond van de heer Nijpels optekenen en ik citeer
hem: "Politiek is heel iets anders dan het geven van reële antwoorden op reële vragen en daarom
is het ook zo leuk". In het fractievoorzittersoverleg, een heel beperkte kring
De VOORZITTER
Wilt u er ook bij vertellen dat we al tien minuten bezig waren met grappen maken, mijnheer
Schroder? Ik zal maar niet vertellen wat uw voorganger en u in de afgelopen maanden allemaal
hebben gedelibereerd.
De heer SCHRODER
Goed, voorzitter. De inhoud
De VOORZITTER
Het lijkt me wat gevaarlijk om een carnavalscitaat tot waarheid te verheffen.
De heer SCHRODER
De inhoud van het citaat "politiek is in ieder geval geen reële antwoorden op reële vragen": ja,
we lachen hier wat af in Breda, dat is eigenlijk mijn conclusie die ik daaruit trek. Krampachtig
probeert het college een positief beeld naar buiten te brengen over de schouwburg. Al het negatieve
wordt ontkend, wordt afgezwakt, wordt afgedekt, totdathet nietmeer anders kan. Op 22 september
interrumpeerde wethouder De Bruijn mij over de suggestie die ik zou hebben gewekt dat deze
stad wordt bestuurd door boeven, criminelen en ander tuig. Ik weet niet of deze stad bestuurd wordt
door boeven. Ik weet eigenlijk helemaal niet of deze stad nog wel bestuurd wordt. Met de
opeenstapeling van blunders wekt het college minstens gezegd de indruk dat zij in ieder geval de
stad niet bestuurt. Op 22 september, of eigenlijk moet ik zeggen: op 15 september, tijdens het
bekende achterkamertjesoverleg tussen CDA, D66 en PvdA is er een verbond gesloten tussen de