11 NOVEMBER 1994 705 Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ja, dat kun je doen, maar je moet natuurlijk wel weten datje iemand voordraagt die ook wil, het heeft weinig zin om iemand aan zijn haren de raad in te slepen, zo gek maken we het toch ook weer niet. De VOORZITTER Ik ben ervan overtuigd als de overgrote meerderheid van de raad hem weer bevestigt in zijn ambt en uw partij neemt daartoe het voortouw, dat hij graag weer terugkomt. Dus grijp uw kans. Ik wil hem nu wel even bellen, hoor, dat regel ik vanavond. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik viel even helemaal stil hiervan, want ik moet dat even laten inwerken. Ik tel even tot tien. Daarmee probeer ik te zeggen: natuurlijk, de onderhandelingen in het CDA vinden nog steeds plaats, dus misschien moeten we ze maar eens polsen of dat misschien nog zo gedragen wordt in de raad en dat zij ook zeggen: wij gaan dit karwei afmaken. Dat zou natuurlijk heel aardig zijn, een vernieuwend iets. Want tot nu toe hebben ze het nog nooit gedaan. Laten we duidelijk zijn. Wij zijn altijd tegen deze schouwburg geweest en daarom moeten diegenen die het plan er doorheen hebben gewroet er maar voor zorgen dat het karwei wordt afgemaakt. Met de volgende verkiezingen zal de Bredase kiezer hen daarop wel afrekenen. Wij zullen die gang van zaken tot op dat moment kritisch volgen. We blijven dan ook een beetje verbaasd dat wederom De Parel en de VVD om een spoeddebat hebben moeten vragen. Eigenlijk hadden we verwacht dat de voorzitter in dezen het voortouw had genomen vooral gezien de grote politieke consequenties en dat laatste leidt natuurlijk tot de vraag: wanneer was het bekend? Iedereen heeft het er al over. En kijk, zodra Groen Links na het raadsdebat van 22 september gedwongen wordt te vertrekken, beginnen ze gelijk te vragen naar de achterstand. Dan ga je toch wel denken: misschien wisten zij het ook al in het college. Dit was voor hen het moment om te gaan vragen: klopt het eigenlijk wel met die eindtijd, halen we het wel? En dan kun je daar leuk mee scoren. De heer SCHRODER Als u mijn opsomming hebt gevolgd, mevrouw Croft, de eerste keer dat wij daarover heel nadrukkelijk vragen hebben gesteld is in de commissie OCE op 14 september. Dat scheelt acht dagen, voorafgaand aan het vertrek van wethouder Maas. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Dus u wist het al toen u in het college zat. De heer SCHRODER U moet niet suggereren dat wij politieke sier zijn gaan maken om dit soort vragen en dit soort problemen aan de orde te stellen pas toen wij vertrokken. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik constateer alleen maar dat u het waarschijnlijk ook wist, en dat u in het college weinig eraan heeft gedaan. Ook wij vernamen allerlei geruchten, dat hoorde je op de werkvloer bij de bouw, dat hoorde je in het Stadskantoor, werkelijk, het gonsde van geruchten in de stad dat het nooit op tijd klaar zou zijn. En dan denk je: als iedereen die geruchten hoort, hoe kan het dan dat het college ze niet heeft gehoord? Zit er iets mis in die oren zodat ze het niet hebben kunnen horen of willen zij het gewoon niet horen? Ik heb er een hele simpele voorstelling bij. Ik heb wel eens zo'n dag dat ik denk: ik ga vandaag stofzuigen, ik ga vandaag de was ophangen, ik moet nog dit, ik moet boodschappen doen, ik heb een heel lijstje van wat ik allemaal die dag moet gaan doen en dan begin ik daaraan en ik ben ervan overtuigd dat, op het moment dat mijn man 's avonds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 705