11 NOVEMBER 1994 710 SCHORSING. De VOORZITTER heropent de vergadering. De heer AD ANK Het antwoord van het college in de eerste termijn heeft ons in ieder geval die duidelijkheid verschaft dat twee dingen duidelijk zijn: 1. het bouwtraject zoals het nu is uitgezet verdient geen uitstel, kan niets hebben, alle participanten in dit project moeten wat dat betreft op de meest korte termijn de handen ineen slaan om te zorgen dat in 1995 het theater bespeelbaar is. Ik denk dat daar ook voldoende harde toezeggingen in zijn gedaan; 2. als het gaat om datgene wat wij hebben gevraagd in de motie, ik kom daarop straks wel terug, dat we in ieder geval de ruimte krijgen om in de commissie te kunnen praten over de criteria die ten grondslag moeten liggen aan een nadere rapportage, dat is ook de plek waar wat genuanceerder tegen de hele problematiek kan worden aangekeken en daar zal dan uit moeten komen in hoeverre de opdracht naar een rapportage gegeven kan worden en gedragen kan worden, en er is voldoende ruimte. Mijn dank overigens voor het antwoord in de eerste termijn van het college. De heer DE LEEUW Bij die dank voor de beantwoording kunnen wij ons aansluiten. Wij begrijpen ook, en dat hebben wij in de eerste termijn ook duidelijk gesteld, dat er op dit moment een heleboel antwoorden niet te geven zijn; de wethouder heeft ook uitgelegd waarom, dat begrijpen wij. We hebben ook heel nadrukkelijk gevraagd om de ruimte aan de raad te geven om de vinger aan de pols te houden, het intensieve contact, en hierbij bedoelen wij natuurlijk ook de ontwikkelingen naar de toekomst, vanaf nu verder in het hele bouwproces, maar ook als op de vragen die door menigeen in deze raad zijn gesteld de antwoorden beschikbaar kunnen komen, zouden we die ook graag zo snel mogelijk behandeld willen hebben. De heer TAKS Het is gebruikelijk het college te danken voor zijn beantwoording, daarbij sluiten wij ons aan uiteraard, we nemen de goede gebruiken in acht. Wij zijn overigens niet zo tevreden over het antwoord. We hadden al ingecalculeerd dat het antwoord teleurstellend zou zijn, het kan haast niet anders, op zich hebben we daar wel begrip voor. In alle kortheid heeft het altijd wel onze vrees bevestigd dat het college niet zozeer de raad bewust heeft misleid maar in algehele verwarring heeft verkeerd in de voorbije maanden en niet in staat is geweest het proces op behoorlijke wijze leiding te geven. Dat is buitengewoon tragisch, het is bestuurlijk onvermogen geweest dat ons tot dit debacle heeft geleid. Wat hier verder van zij, wij wachten uiteraard met enige spanning de informatie af die de komende week wordt verstrekt over de financiële consequenties. Wij handhaven ons dringend appel aan de collegepartijen om in elk geval niet de fout te maken van september en weer nieuwe programmatische afspraken te maken die handen vol geld kosten, maar te zorgen voor een goede oplossing voor de schouwburgproblematiek, de problematiek voorrang laten geven. Op grond van de ernstige bezorgdheid die in alle fracties doorklinkt, hebben we ook wel het vertrouwen in de collegepartijen dat ze het serieus menen, alleen vragen wij ons af of het probleem nog oplosbaar is zonder daarbij stappen te zetten, zoals de VVD-ffactie al heeft bepleit, namelijk het voortgaan op de weg van de privatisering. Niet meer de louter formele privatisering maar de feitelijke privatisering. Maar daarover komen we later te spreken, dat is nu vanavond niet aan de orde. Wij hebben een motie ingediend in de eerste termijn die was mede-ondertekend door de Parel van het Zuiden. Er zijn meerdere moties, Groen Links had een eigen motie ingediend en de collegepartijen van het marginale college hebben ook een gezamenlijke motie ingediend. Ik heb in de eerste termijn al mijn teleurstelling uitgesproken over het feit dat, waar de heer Adank namens de collegepartijen aandringt oftewel de hoop uitspreekt op een brede basis in de raad voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 710