11 NOVEMBER 1994
722
De VOORZITTER
Ik neem aan dat u daarover ook hoofdelijke stemming wenst.
De heer TAKS
Een stemverklaring is toegestaan?
De VOORZITTER
Eigenlijk niet.
De heer TAKS
Oh, dan doe ik het niet. Ik wil u in ieder geval niet ontrieven.
De VOORZITTER
maar in deze bijzondere situatie, omdat ik vermoed dat uw stemverklaring met de tweede motie
te maken heeft en met de afwijzing van de eerste, kunt u kort de gelegenheid krijgen.
De heer TAKS
Deze motie biedt onvoldoende waarborgen voor het onderzoek zoals wij dat noodzakelijk achten.
Het externe karakter ontbreekt daarbij
De VOORZITTER
Dan gaan we over tot de stemming.
Motie nummer 1 wordt hierna aanvaard met 19 stemmen voor en 15 stemmen tegen.
Voor de motie hebben gestemd:
de heer A.C.A.M. Adank, mevrouw M.J. Boidin-van Hoeve, de heren E. de Bruijn, W.P. van
Dongen, C.O.W. Dubbelman, J.A. Figlarek, J.C.A.M. Gielen, J.H.A. van Gurp, de dames
M.P. Heerkens, M.M.C.W. Heessels, deherenJ. vanHeusden,E.J.M. deLeeuw, J.E.M. Marée,
N.G.M. van Os, M. Peeters, H.J.F. van Raak, mevrouw A.I.S. Sadée-Smeenk, de heren
H.L. Sinke, P.J. van de Steenoven.
Tegen de motie hebben gestemd:
de dames J.M.A. van Bergen-Nijeholt, L. van Beusekom-Nix, de heren J.O.E. Boer, J.L.
Bokkelkamp,mevrouwB.P. Croft-Mittelmeijer, deherenC.J. Crul, F. Heeren, J.C.C. Leunisse,
F.L. Maas, J.P.E.M. Meeuwissen, mevrouw G. NikoliC, de heren R.G.P. Sandberg, P.H.
Scheltens, W.J.G. Schroder, J.P.W.A.A.M. Taks.
De VOORZITTER
Wie van u wenst het woord voor de rondvraag?
De heer SCHRODER
De uitslag van de stemming geeft mijn fractie aanleiding om alsnog de motie in te dienen waarin
wordt verzocht om het aftreden van het college. Met name ook de motivering die de heer Taks
heeft aangegeven is heel duidelijk. Op dit moment is de vertrouwenskwestie aan de orde. In de
beraadslagingen is heel uitdrukkelijk naar voren gekomen dat een onafhankelijk onderzoek voor
de standpuntbepaling van partijen van belang is, dat is heel nadrukkelijk naar voren gebracht door
de verschillende fracties, die toezegging hebben we niet keihard gekregen, dat betekent dat wij
daar dus geen vertrouwen in hebben. Wat ons betreft is de vertrouwenskwestie op dit moment
aan de orde en ik wil u verzoeken om ons in de gelegenheid te stellen alsnog een motie in te dienen.