11 NOVEMBER 1994 724 misser maken als we dat doen. Hoe jammer ik dat ook vind. U begrijpt, ik geef de oppositie graag de ruimte, want dat is ook mijn taak als voorzitter, ik ben de voorzitter van de totale raad en niet alleen maar van de regeringscoalitie. Ik kijk even in de richting van ons juridisch geweten, de heer Taks. De heer TAKS Neen, die pretentie heb ik niet. Ikdenkdatueen derde termijn kunt toestaan, maar de beraadslagin gen zijn gesloten, dat is het essentiële probleem. Ik denk dat het probleem van de heer Schroder opgelost kan worden door in de volgende raad een interpellatieverzoek tot de raad te richten en dan kan alsnog na een waarschijnlijk wat korter debat dan een hele avond de betreffende motie worden ingediend. Dat is een meer passende procedure dan vanavond alsnog krampachtig een derde termijn toepassen die eigenlijk contrair is aan de normale gang van zaken in de raad. De heer AD ANK Nu niet, en zeker niet het argument dat de heer Schroder gaf over de onafhankelijkheid. De VOORZITTER U sluit zich aan bij de heer Taks. Mevrouw HEERKENS Ik ben het eens met uw verklaring. De heer de LEEUW Ik sluit me daarbij aan. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER We hebben duidelijk de motie gesteund en wij vinden het heel jammer dat het nu niet meer aan de orde komt omdat we net iets te laat zijn geweest voordat de hamer is gevallen. De VOORZITTER Neen, dat vind ik niet juist. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Neen, dat is juist het punt. U heeft de hamer laten vallen na de beraadslagingen en daarom konden wij dus de motie niet meer indienen. En dat vind ik zo jammer. U bent heel snel met de hamer en dat betekent gewoon dat wij nog sneller moeten roepen. De VOORZITTER Neen, daar gaat het niet om. U begrijpt ook wel dat het er absoluut niet om gaat dat ik snel ben met de hamerIk heb iedereen ruim de gelegenheid gegeven om vanavond zij n kunstj es te vertonen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Het probleem was dus juist De heer HEEREN Ik ben het eens met de fractievoorzitter van de VVD. De VOORZITTER Dan stel ik vast dat de raad informeel te kennen heeft gegeven hoe ze denkt over deze procedure. Ik stel voor dat we ons dan in ieder geval vasthouden aan het standpunt van de overgrote

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 724