24 NOVEMBER 1994 732 De heer TAKS Een hoffelijk gebaar van de meerderheid in de richting van de oppositie, onze dank daarvoor. Twee weken geleden werd een extra raadsvergadering gehouden over de problemen rond het Chassé Theaterde vertraging bij de oplevering. Wij hebben toen gevraagd aan het college op korte termijn de raad te informeren over de stand van zaken, de financiële consequenties en dergelijke. Dat kan uiteraard vanavond niet aan de orde komen, dat is volstrekt duidelijk, daar vragen we ook niet naar. Ik wil wel enkele opmerkingen maken over de stukken die we gisteren hebben mogen ontvangen. Ik ga er niet inhoudelijk op in, maar gisteren hebben we informatie ontvangen over de stand van zaken met betrekking tot het Chassé Theater en een aantal maatregelen dat is getroffen om de schade te beperken, laat ik het zo kort zeggen. Wij vinden het college, ondanks de deplorabele staat waarin het verkeert op het ogenblik, en dan met name de initiatieven van de waarnemend wethouder van Cultuur, erg te loven. Ik vind dat hier adequaat wordt opgetreden ondanks de huidige politieke problemen. We zien dat het college toch in staat is, ondanks allerlei ander malheur, op een bepaald gebied dat de politiek het meest bezig houdt, slagvaardig te opereren. We gaan niet op de inhoud in, dat komt volgende week in de commissievergadering, maar onze waardering voor hetgeen er tot nu toe is gedaan. Voorzitter, de brief die u op 22 november hebt geschreven aan de fractievoorzitters is door de VVD-ffactie met grote waardering ontvangen. Het is inderdaad een hoogst ongebruikelijke stap dat de burgemeester een dergelijke brief schrijft. Maar de huidige bestuurscrisis is ook zonder precedent. Daar kan alleen maar een onorthodox initiatief nog uitkomst brengen. Als het college en de collegepartijen in een toestand verkeren van radeloosheid, reddeloosheid en machteloosheid, dan is een shocktherapie geboden. De heer SCHÖDER Daar hoort ook redeloosheid bij. De heer TAKS Redeloosheid, ja, maar er is een probleem, geachte interrumpant, als we die tekst letterlijk zouden citeren, dan is ook de vraag: wie was diegene die dan zo slagvaardig opereerde in 1672? De Raadspensionaris, en met welke figuur deze brief vergeleken wordt. Met betrokkene is het toen slecht afgelopen. Of we nu de burgemeester of de gemeentesecretaris bedoelen weet ik niet maar ik zou het geen van beiden toe willen wensen dat hen dat lot overkomt, dus vandaar dat ik het citaat niet letterlijk heb genomen. Het was een parafrase op dat citaat, ik wil geen spoken oproepen. Je weet soms nooit hoe sommige dingen dan zouden kunnen plaatsgrijpen, dat wil ik bepaald niet op mijn geweten hebben. Naar aanleiding van die brief heb ik een drietal vragen. In de eerste plaats: had uw initiatief de instemming van de wethouders, of liever gezegd, dat is op zich een niet relevante vraag, zij n ze vooraf geconsulteerd over de brief? U heeft de vol ste vrijheid zulke brieven te schrijven uiteraard. Een tweede vraag is meer gericht aan alle fracties in de raad. Zijnze bereid serieus in te gaan op de oproep van onze burgemeester om met elkaar, dus met z'n allen, nieuwe collegeonderhandelingen aan te gaan om een nieuw college een nieuwe basis te geven? Dat is dus een vraag ook in de richting van de drie huidige collegepartijen die wel een initiatief hebben genomen, maar dat strekt duidelijk naar ons gevoel minder ver dan hetgeen de burgemeester heeft gesuggereerd. En een derde vraag, die is de meest cruciale, zijn de wethouders bereid hedenavond hun portefeuille ter beschikking te stellen? Dat laatste ligt naar onze mening zonder meer voor de hand. Als ze ontslag willen nemen vanavond, dan behouden ze volgens de Gemeentewet, artikel 42, nog dertig dagen hun functie. Ze houden op wethouder te zijn met ingang van de dertigste dag na de dag van ontslag. Tot die tijd kan er dan worden onderhandeld over het vormen van een nieuw college. Er is dan een duidelijke tijdsdruk op de onderhandelingsprocedure en zo'ntijdklem kan soms zeer effectief zijn. Een demissionaire status van het college heeft dan ook onze voorkeur om die procedurele redenen. Anderzijds is het natuurlijk ook zo, zoals de burgemeester in zijn brief schrijft, dat het huidige college om een veelheid van redenen en omstandigheden voor wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 732