24 NOVEMBER 1994 733 betreft haar bestuurlijke mogelijkheden in een impasse verkeert. Dat kan ook problemen geven bij het functioneren, hoewel op een bepaald gebied rond het Chassé Theater toch slagvaardig wordt opgetreden. Maar zo'n onmachtig wethouderscollege zou het beste ontslag kunnen nemen om dan de weg vrij te maken voor snelle voorspoedige onderhandelingen. Wij hebben daarover een motie die is medeondertekend door de fractievoorzitters van Groen Links en van de Parel van het Zuiden. Die motie constateert dat de bestuurbaarheid van de stad niet is gediend bij het voortbestaan van het huidige college van CDA, D66 en PvdA en laat de raad als haar oordeel uitspreken dat deze wethouders hun functie dienen neer te leggen. Voor de goede orde, om een misverstand te voorkomen, wij spreken ons niet uit over het functioneren van individuele collegeleden. Het is ook zeer beslist wat ons betreft geen motie van wantrouwen. Het is louter en alleen bedoeld als een middel om de bestuurlijke impasse op dit moment te kunnen doorbreken. U moet het zien als een procedurele maatregel, althans wat onze bedoelingen betreft. Ik dien de motie hierbij in. De bestuurscrisis waarin we verkeren dateert niet van de dag dat u uw brief schreef, of van 8 november, de dag dat wethouder Van Fessem ontslag nam, of vanaf het moment dat wethouder Maas vertrok, 22 september, neen, de crisis dateert van het begin van deze raadsperiode, vanaf 12 april, toen CDA, D66 en PvdA besloten een college te vormen met Groen Links in plaats van de VVD. Op 5 april, een week tevoren, hadden vijf partijen, u refereert daaraan in uw brief, overeenstemming bereikt over het programakkoordOndanks die programmatische overeenstem ming werd vervolgens de VVD uit de onderhandelingen over de collegevorming weggewerkt. Sinds die tijd is de politieke situatie voortdurend verslechterd. De zogenaamde centrum-progressieve coalitie met Groen Links bleek geen goede basis voor het bestuur van de stad. Na vijf maanden ruzie maken werd op 22 september Groen Links de deur gewezen. Op dat moment zou de vorming van een nieuwe coalitie met de VVD voor de hand hebben gelegen. De uitgestoken hand van de VVD werd toen hooghartig afgewezen. De drie resterende partijen, CDA, D66 en PvdA, besloten hun centrum-linkse coalitie, nu zonder Groen Links, voort te zetten, ondanks een marginale basis in de raad van slechts 20 zetels. Twee maanden later, na het vertrek van de tweede wethouder uit het op 12 april gevormde wethouderscollege, en ditmaal een CDA-wethouder, breekt bij de CD A-fractie als eerste eindelijkhet besef door dat alleen een bredere coalitie voldoende is uitgerust om effectief de zaken aan te pakken. Helaas kwam ook het CDA toen nog niet veel verder dan een pleidooi bij haar coalitiepartners om de huidige coalitie te verbreden. De enige juiste conclusie die naar onze mening had moeten worden getrokken, is dat de huidige coalitie is mislukt en daarom moet worden vervangen door een andere coalitie. Naar de mening van de VVD moet een coalitie worden gevormd die recht doet aan de politieke verhoudingen in de gemeenteraad en met een samenstelling die een collegiale bestuurlijke aanpak garandeert en bij voorkeur op een zo'n breed mogelijke basis in de gemeenteraad. De VVD is bereid mee te werken aan de vorming van een dergelijk nieuw college. De VVD is echter niet bereid, ik heb dat al meerdere malen gezegd, om mee te werken aan het verbreden van de huidige coalitie. Van aanschuiven kan geen sprake zijn. De uitnodiging van de gezamenlijke fractievoorzitters van CDA, D66 en de PvdA, de huidige coalitie, aan onder andere de VVD voor overleg op maandag 28 november aanstaande betreft een poging, althans in onze ogen, om de huidige coalitie te verbreden met als uitgangspunt het huidige programakkoord. Er moet inderdaad een breder college komen dan het huidige maar niet door verbreding van deze coalitie doordat andere partijen daarbij aansluiten maar door de vorming van een nieuw college op bredere basis met een nieuw programakkoord als grondslag. Zoals gezegd, de coalitie van CDA, D66 en PvdA is mislukt en dat conglomeraat, ook al schrijft dat ons een brief, is voor ons geen overlegpartner. Daarom herhaal ik mijn oproep aan de drie partijen van de meerderheid en ook aan de andere fracties in de raad, om gevolg te geven aan de oproep van de burgemeester om samen te gaan overleggen, open te gaan overleggen, over de vorming van een nieuw college op basis van een nieuw programakkoord. De VVD is bereid om deel te nemen aan zo'n overleg zonder bij voorbaat een andere partij uit te sluiten. Natuurlijk is het een illusie te verwachten dat we een college kunnen samenstellen met zes partijen, dat ligt niet voor de hand,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 733