24 NOVEMBER 1994 738 erg groot, maar tegelijkertijd zien we dat dingen die al jarenlang politiek op de agenda staan nog steeds niet worden opgepakt. Heel simpel is het, en ik noem ze toch maar weer: er is nog steeds geen zwembad, er is nog onvoldoende planvoorbereiding, nog geen locatie, geen duvel of dood op dat punt. We vragen al jarenlang om een andere locatie voor PARA, die is er nog steeds niet. Goed, akkoord, wethouder Van Fessem is op dit moment vertrokken, hij had toezeggingen gedaan dat daarover in november uitsluitsel zou komen. Gelet op de crisis zoals die zich op dit moment manifesteert, denken wij dat PARA voorlopig ook wel weer op de lange termijn zal worden gescho ven, hoe simpel, hoe minuscuul dat probleem toch zou kunnen zijn wanneer je daarvoor een oplossingsrichtingzoekt. Maar neen, het college breekt liever de nek op grote ambitieuze projecten en dat betekent, zo zien wij dat toch, dat het geloof in de politiek met de dag aftakelt. De enige geloofwaardige stap in onze visie is een terugtreden van het college en met de fractievoorzitter van de VVD zou ik het college graag uit willen nodigen in de eerste termijn om vrijwillig terug te treden en in de tweede termijn kan straks de motie waarin dat wordt verzocht aan de orde komen. Laat het college inderdaad de politieke moed tonen om het woord terug te geven aan de raad en de raad zal inderdaad in nieuwe collegeonderhandelingen een oplossing voor de crisis moeten zoeken. De heer DE LEEUW Bij interruptie, mag ik de heer Schroder vragen: de heer Taks heeft naar mijn mening heel duidelijk gesteld dat de motie zoals die nu op tafel ligt, wat zijn fractie betreft, geen motie van wantrouwen is, maar een opening zou moeten bieden om tot onderhandelingen te kunnen komen. Mag ik even weten wat het doel is van de motie volgens Groen Links en hoe zij die motie benoemt? De heer SCHRODER Duidelijk is dat het doel van de motie is: te bewerkstelligen dat het college terugtreedt, dat is ook de inzet van deze motie. Vanuit welke motieven de verschillende fracties die de motie hebben ingediend wordt gedaan: wat ons betreft, ik geef dat ook in mijn verhaal aan, is toch de geloofwaardigheid van dit college in het geding. Ons motief om hierin van harte mee te gaan is inderdaad dat het vertrouwen er niet meer kan zijn, dus in die zin is het voor ons een motie van wantrouwen. Dat de heer Taks dat iets anders uitlegt en toch vooral de nadruk legt op de bestuurbaarheid van de stad, doet aan de conclusie die de motie graag uitgesproken wil hebben verder niets af. De heer DE LEEUW Dan toch bij interruptie: zou het dan niet verstandig zijn dat de drie ondertekenaars van de motie tot een gelijke doelstelling komen wat de motie betreft? Ik proef toch een grote tegenstelling: aan de ene kant de heer Taks die duidelijk stelt dat het géén motie van wantrouwen is, waaronder de handtekening van de heer Taks staat, en vervolgens de heer Schroder die constateert dat het wèl een motie van wantrouwen is. De heer SCHRODER De motie handelt over de bestuurbaarheid en in die zin volg ik de inhoud van de motie volstrekt. Het gaat inderdaad om de bestuurbaarheid van de stad en het zou de heer De Leeuw sieren wanneer hij bijvoorbeeld even terugkijkt naar de persverklaring die hij afgelopen woensdag heeft doen uitgaan samen met andere collegepartijen, waarin toch uitdrukkelijk ook de zorg over de bestuurbaarheid van de stad wordt uitgesproken en van daaruit, maar goed, dat is een te beperkte optie, wordt er ook gevraagd om besprekingen om daarvoor een oplossing te vinden. Dus dat mag zeker in de motie worden gelezen: dat onze dieper liggende gedachte ook is dat er inderdaad een vertrouwenscrisis tussen onze fractie en het zittend college is. Dat mag u ook uitleggen als een stemverklaring straks. Maar daarop zit u, denk ik, op zich niet te wachten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 738