24 NOVEMBER 1994
742
Ook heel duidelijk impliciet een verzoek aan het zittend college om terug te treden, want dat kan
daarin worden gelezen. En tenslotte moet ik toch vaststellen de erkenning, want zo lees ik die in
de persverklaring van het CDA, D66 en de PvdA van afgelopen woensdag, waarin ook heel
duidelijk wordt gezegd: er zal iets moeten gebeuren op bestuurlijk niveau, zo kan het niet verder,
en vandaar dus de uitnodiging naar de VVD en Groen Links. Wat ons betreft zit daarin inderdaad
niet de oplossing en is het een aantal achter elkaar uitgesproken gemanifesteerde signalen waarin
duidelijk wordt gemaakt dat het college op deze manier niet verder kan en dat ondersteunt de motie
waarin wordt verzocht om af te treden.
De heer VERPAALEN
Er is wat mis in Breda. Dat ziet u al hedenavond bij de inrichting van deze zaal. Twee dagen
geleden was er hier een debat over de inrichting van een terrein in Breda en toen waren er twee
televisietoestellen aanwezig om een en ander te registreren. Hedenavond, waar het gaat om de
toekomst van Breda, over de bestuurbaarheid van Breda, ontbreken deze apparaten en dat geeft
de mental iteit aan van degenen die deze raadsvergadering moeten voorbereiden oftewel het college.
Geld is klaarblijkelijk belangrijker dan het voortbestaan en het besturen van de gemeente Breda.
Ik zei: er is wat mis in Breda. Een duidelijk signaal is reeds door de burgers gegeven door op
de verkiezingen zoveel maanden geleden 25 van de raad te vernieuwen. De oude oppositie groeide
en er kwamen twee nieuwe potentiële oppositiepartijen bij. Wat vond men toen fout? Dat is heel
simplistisch gezegd, want dat begrijpt men wellicht hier, er werd niet naar elkaar geluisterd. De
burger kreeg geen gehoor, noch bij de ambtenaren, noch bij het college, noch bij de gemeenteraad.
De ambtenaren kookten een aantal plannen voor, het college serveerde dat en de gemeenteraad
at dat alles als zoete koek op. De burger heeft dat niet gepikt bij de verkiezingen. Na de
verkiezingen veranderde er iets aan het beeld. Groen Links, voorheen nooit serieus genomen, mocht
aan het college deelnemen zodat gezegd kon worden dat bij de samenstelling van het college
rekening was gehouden met de verkiezingsuitslag. Maar aan de andere zijde van de tafel was meer
gebeurd. Er waren drie oppositiepartijen ontstaan. Een partij die voorheen bestuursverantwoordelijk-
heid had gedragen en zodoende het klappen van de zweep kende. Een partij, jong en onervaren,
maar met geldingsdrift en af en toe zelfs meer dan één woordvoerder, nooit gekend hier
klaarblijkelijk. Men kon de oppositie niet meer afdoen in de trend van: ach, dat gezeur van Groen
Links, dat nemen we wel voor lief. De oppositie moest men plotseling wel serieus nemen, zeker
toen andere strijdmiddelen, vragen ex artikel 48, in het geding kwamen. Hetproces, het naar elkaar
luisteren, heeft zich de afgelopen maanden voltrokken met gekat over en weer, met vragen om
hoofdelijke stemmingen, interrupties bij de vleet, kortom: wanordelijke vergaderingen. Ik citeer
de fractievoorzitter van de grootste partij alhier.
De VOORZITTER
U heeft het toch niet over de raadsvergaderingen?
De heer VERPAALEN
Natuurlijk wel.
De VOORZITTER
Ik heb daar zelfbij gezeten. Wat de rest doet interesseert me niet, maar de raadsvergaderingen
zijn tamelijk ordentelijk verlopen, buiten het feit dat de heer Boer gezellig andere mensen wil
interrumperen.
De heer VERPAALEN
De voorzitter van het CDA heeft dat in deze vergadering gezegd. Dat het een wanordelijke
vergadering, wanordelijk debatten