24 NOVEMBER 1994 744 Wethouder VAN OS Dat ligt dan aan u, denk ik. De VOORZITTER Even voor alle duidelijkheid, want dat vind ik belangrijk. Er bestaat kennelijk een misverstand over de grote hoeveelheid kapellen die wij in Breda hebben. Wij bedoelen daarmee niet de carnavalskapellen, maar een rooms-katholieke kapel en wethouder Van Os wilde dat verduidelijken. Wethouder VAN OS Er is in de huidige Kloosterkazerne sprake van een kapel en in het persbericht over de hotelontwik keling in de Kloosterkazerne wordt gedoeld op die kapel in dat gebouw. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Zo'n snelle beantwoording van artikel 48-vragen hebben we nog nooit gehad. De VOORZITTER Betekent dat dat die brief niet meer hoeft te komen? Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Er waren meerdere vragen, maar op deze vraag is echt supersnel gereageerd. Mijn dank. De VOORZITTER U wist eigenlijk niet dat er nog een stiekeme kapel zat in de Kloosterkazerne? Wethouder VAN OS Dat was het antwoord geweest. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Daar wil ik even op ingaan. Wij wisten dat niet, want wij zijn niet rondgeleid met de "Vrienden van het Chassé Theater" die laatst wel door het Chasségebouw zijn geweest en ook de rest van de bouw hebben mogen bekijken en de Kloosterkazerne. De VOORZITTER Maar u kunt als de Parel van het Zuiden het Chassé Theater ook gewoon sponsoren, dan krijgt u gratis toegang. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Wij voelen die behoefte niet zo. De heer BOER Dit is vooral voor de voorstanders natuurlijk. De VOORZITTER Het woord is aan uw chef, de fractievoorzitter van de Parel van het Zuiden, de heer Verpaalen. De heer VERPAALEN De PvhZ heeft mede een motie ondertekend, omdat zij meent dat er op dit moment schoon schip gemaakt moet worden in Breda. De puinhoop, waaronder het programakkoord dat destijds is gesloten, moet worden opgeruimd, want er is een nieuwe situatie ontstaan. Er zullen onderhandelin gen gevoerd moeten worden om met een zo groot mogelijk draagvlak te komen tot een oplossing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 744