28 NOVEMBER 1994 779 De heer PEETERS Ik tracht altijd een redelijk mens te zijn, ik vraag niet van u om daarop vooruit te lopen. De vraag is gewoon om de commissie te informeren en de tweede vraag, die ik heb gesteld, is met betrekking tot wat u zei over de Kwaliteits- en Uitvoeringsnota's als leidraad mits, daarvan mag niet worden afweken, de financieel-economische uitvoerbaarheid in het geding komt, en daarop hebt u niet geantwoord. Wethouder VAN DONGEN Voor de derde keer, ik heb gezegd: de Kwaliteits- en Uitvoeringsnota is leidraad voor de ontwikkeling evenals het verkavelingsplan. Afwijkingen, positief, zijn mogelijk, mits daardoor met die positieve afwijking ook de financieel-economische uitvoerbaarheid niet in het geding komt. Dat heb ik gezegd. De heer PEETERS Mijn excuses, als u dat ook in uw eerste termijn hebt gezegd, dan is mij die positieve afwijking ontgaan, dat is een belangrijke nuancering. Wethouder VAN DONGEN In die zin denk ik dat wij, de heer Peeters en ik, volledig op dezelfde lijn zitten. De VOORZITTER Dan gaan wij thans over tot de besluitvorming, ik kijk even naar de PvhZ, met name naar de heer Boer. Even over zijn motie: heeft hij nog behoefte aan handhaving van zijn motie of zegt hijmet de toezegging van de wethouder kan ik uit de voeten? Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Het probleem met deze wethouder is natuurlijk: hoelang zit hij nog? Dus die toezegging: hoelang geldt die nog? De VOORZITTER U moet er vanuit gaan dat de toezegging gedaan door dit college ook door een nieuw college, wie daar ook zal zitten, zal worden gecontinueerd. Dat geldt natuurlijk voor alles, ook wat voorafgaande colleges hebben toegezegd. De heer BOER Neen, de vraag is eigenlijk gesteld door een bewoner van Westeinde De VOORZITTER U moet even niet met mij gaan discussiëren, want ik ga daar niet over. De heer BOER Neen, maar u vroeg mij wat, ik geef daar misschien een wat uitgebreid antwoord op. Ik geef een reden waarom ik de motie handhaaf. De VOORZITTER U handhaaft de motie. Dan stel ik voor dat we eerst over de motie besluiten. De motie, ingediend door de PvhZ, inzake het reserveren van meer ruimte voor bredere straten, wordt hierna verworpen, met de aantekening dat de fractie van de PvhZ geacht wil worden te hebben voorgestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 779