22 DECEMBER 1994 810 Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Dan is het te laat. De VOORZITTER En ik denk dat de wethouder uitgebreid heeft geantwoord en ik sluit hiermee de beraadslaging af. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Een stemverklaring, voorzitter. Wij tekenen hierbij aan dat wij het alleen procedureel hiermee eens zijn, maar ten aanzien van de verdere afloop en de ontwikkelingen vinden wij het aan alle kanten rommelen. De VOORZITTER Er wordt u uitsluitend gevraagd akkoord te gaan met de wijziging van de statuten. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Sorry, dat ik het dan toch even heb gezegd. Ik deed het met plezier. De VOORZITTER Er staat ook niets meer in het voorstel, dus dat is heel simpel. U gaat dus akkoord met het complete voorstel. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de PvhZ geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 267. OPVANG EN INBURGERING VLUCHTELINGEN EN NIEUWKOMERS. De heer SCHRODER Laat ik voorop stellen dat mijn fractie zich volledig kan vinden in inburgeringscontracten, omdat het gewoon een goede zaak is dat je probeert aan mensen die hier komen op basis van een vluchtelingenstatusof een status daaraan voorafgaand, een behoorlijkpakket bagage mee te geven, zodat ze volwaardig en optimaal ook in de Bredase samenleving kunnen functioneren. Echter een kanttekening moeten wij bij het voorstel maken en die betreft de sanctie. Het voorstel gaat uit van een tweezijdigeverplichting, aan deene kant een verplichtingvanuitdebetrokkene en aan de andere kant een verplichting vanuit de gemeente om ook werkelijk een behoorlijkpakket te leveren. Maar wij stellen dan toch vast dat de sanctie die daarop ligt een eenzijdige sanctie is, die eenzijdig de betrokken aspirant-cursist treft. Wat er gebeurt, in onze visie, is dat er een willekeurige groép toch al kwetsbare nieuwe Bredanaars wordt uitgepikt en wordt gesanctioneerd. Als je rondkijkt in de samenleving, kun je verschillende groepen aanwijzen die ook niet zijn ingeburgerd, die een eigen incrowd hebben, waar eigen normen en waarden gelden, maar die op zich prima in de Nederlandse, maar ook in de Bredase samenleving kunnen functioneren, zonder dat ze nu per se gedwongen moeten worden om in te burgeren, cursussen te volgen en voor hen ontbreekt toch ook een sanctie. Zoals gezegd: inburgering is wat ons betreft akkoord, maar een sanctie vinden wij geen goede zaak. Wat ons betreft zou er ook gewerkt moeten worden aan een klimaat voor inburgering, immersinburgering kan alleen behoorlijkplaatsvindenzodra er ook een voedingsbo dem voor is waarin inburgering als zodanig wordt opgepikt. Er zijn, zoals gezegd, meer partijen nodig om tot een optimaal resultaat van inburgering te komen. En tenslotte, het miskent de eigen verantwoordelijkheid van de betrokkene dat die wellicht net zo enthousiast aan een project voor inburgering begint wanneer je daar a priori een sanctiebeleid tegenoverstelt. In onze visie zou het beter zijn om in te zetten op de kwaliteit van de begeleiding en die dan eerst eens af te wachten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 810