22 DECEMBER 1994
812
meenemen. Wij willen ze ook, naast de rechten die zij krijgen en het feit dat wij dit geld eraan
besteden hier een doorstroommogelijkheid bieden op basis waarvan ze in feite in een latere situatie
minder op de overheid, op de samenleving hoeven terug te vallen. Daarnaast willen we duidelijk
kenbaar maken: als je dit traject ingaat dan heb je ook plichten; niet alleen die rechten maar ook
de plichten. Bij het handhaven van die plichten hoort dat sanctiebeleid en dat sanctiebeleid wijkt
niet af van wat aan iemand met het Nederlands staatsburgerschap in feite wordt opgelegd. Ik denk
alleen dat het zinnig is om hier duidelijk aan te geven: daar moet méér accent op worden gelegd
dan in het verleden, daar moet
De heer SCHRODER
Bij interruptie. Het sanctiebeleid wijkt in die zin af dat er met andere uitkeringsgerechtigden geen
speciale contracten worden afgesloten op speciale trajecten die zij moeten doorlopen en dat bij
het niet volvoeren daarvan hen onmiddellijk een sanctie in het vooruitzicht wordt gesteld. Je hebt
dan de Algemene Verplichting Algemene Bijstandswet met de uitvoeringsregeling, maar toch niet
Wethouder VAN RAAK
Dat klopt, dat wijkt dus niet af. Op het zich beschikbaar stellen ter voorbereiding van een
arbeidsinpassing of een arbeidstoeleiding staan normale sancties wanneer men zich daaraan onttrekt.
Dat is ook hier aan de orde. Uw vraag om het sanctiebeleid
De heer SCHRODER
De uitvoering wijkt af.
Wethouder VAN RAAK
Dat betwijfel ik. Ik daag u uit om dat te bewijzen. U vraagt om het sanctiebeleid ten opzichte van
deze groep uit te stellen, maar dat maakt de wetgeving in feite onmogelijk. Dus ik vind die vraag
in feite niet aan de orde. Ik denk dat wij hier, zoals ook bij andere, het normale sanctiebeleid
moeten toepassen. U vraagt: kuntu aangeven in de loop van het eerste jaar of er eventueel sancties
zijn toegepast? Ik denk dat wij dat even moeten bekijken en dat wellicht bij de evaluatie aan de
orde kan komen in hoeverre hiervan sprake is geweest en wat het betekent als we het vaak hebben
moeten toepassen. Ik denk dat wij daaruit kunnen leren. Ik zal proberen om en bekijken hoe wij
dat in die evaluatie kunnen meenemen. In de richting van de heer Heeren, maar er is een verzoek
om spreektijdbeperking door de heer Boer ingediend, het volgende. Het zou mij wat waard zijn
om uitgebreid in te gaan op de opmerking van de heer Heeren. Ik denk dat zijn visie op dit verhaal
dermate verschilt met wat het college hier voorstelt, dat het een uitgebreid en een zeer langdurig
gesprek zou moeten worden. Ik denk dat zijn opvattingen over wat het beleid is van de gemeente
ten opzichte van mensen die in een achterstandssituatie zijn gesteld, hoe die mensen hier zijn
terechtgekomen, hoe die hier beginnen in een complete achterstand, hoe wij die mensen willen
opvangen, hoe wij die mensen in een Nederlandse maatschappij willen incorporeren, compleet
verschilt met wat zijn partij voorstelt. Gezien de tijd beschouw ik zijn woorden maar als een
stemverklaring. Ik denk dat een discussie op dit moment te ver zou voeren.
De heer SCHRODER
Er is nog een vraag blijven liggen, maar ik denk dat ik die, gelet op de beantwoording van de
heer Van Raak, zelf wel kan beantwoorden. Mensen die het contract als zodanig niet aangaan,
daarvan neem ik aan dat die onmiddellijk gesanctioneerd worden, althans dat dat het voornemen
is in dit geval.