22 DECEMBER 1994
841
afzonderlijke diensten in de districten in die integrale districtsplannen die meerwaarde moeten
opleveren. Ik heb daarbij gezegd: in principe budgettair neutraal, met behoud en versterking juist
van die kwaliteit. Ten aanzien van de vraag over de begeleidingsgroep die voorwerk doet voor
het algemeen managementteam, zeg ik u toe dat wij
De heer PEETERS
Bij interruptie. Dat stelt mij, ten aanzien van wat zich hier nu voordoet met betrekking tot de
meldpunten, niet gerust, want dat betekent natuurlijk toch dat er gelden daar naartoe gaan. En
daarom heb ik het ook aan het college gevraagd. Er zal voor dat integrale stedelijk beheer ook
personele capaciteit nodig zijn, met name van de zijde van de SAW. En als die gelden dan zoveel
beslag leggen op deze gelden, dan bekruipt mij toch, gelet op de personele capaciteit in die sector,
de vrees dat het bij een accommodatiebeleid zal blijven.
Wethouder VAN DONGEN
Wij moeten dit toch bestrijden, want in de totale organisatie die voor de diensten is vastgesteld
vorig jaar zit het districtsgewijs werken van alle diensten in, ook van de SAW, ook ten aanzien
van de trojka's die functioneren in de verschillende districten en de trojka's bestaande uit de
medewerkers van de gemeentelijke diensten en de samenwerking met de politie. En in die zin is
de districtsgewijze aanpak ook in personele zin bij alle diensten ingevuld. En dat betekent dat ze
gezamenlijk werken aandedistrictsplannen,integraleplannen, waarindemeerwaardeenefficiency
van een gezamenlijke samenwerking tot uiting moet komen.
Akkoord.
292. AANVAARDING VAN HET MILIEU-EFFECTRAPPORT VOOR HET KNOOPPUNT
PRINCEVILLE.
Akkoord.
293. VERORDENING ONROERENDE ZAAKBELASTINGEN 1995.
De heer DUBBELMAN
In het vervolg op de constructieve discussie over dit onderwerp in de commissie Middelen kan
ik namens de CDA-fractie heel kort zijn. Wij staan geheel achter dit voorstel. Wij willen toch
wel een kanttekening plaatsen. Op pagina 2 van het preadvies staan onderaan toch getallen die
ons doen schrikken, namelijk dat de waarde van woningen gemiddeld met 57 is gestegen en
de waarde van niet-woningen gemiddeld met 20 ik hecht er toch waarde aan, ook al speelt het
pas in 1997, dat we nadrukkelijk al eerder hebben vastgesteld dat een gemiddelde stijging van
de waarde van een woning moet leiden tot een pro rato-daling van een tarief, omdat deze operatie
op zich niet tot lastenverlaging gemiddeld genomen, maar tot lastenverhoging gemiddeld genomen
mag leiden. Ik wil toch wel opmerken en dat is dan ook mijn slotopmerking, dat we toch wel te
maken hebben en dat weten we nu het in de stukken staat, met twee herverdelingsoperaties, namelijk
één herverdeling, omdat de woningen, natuurlijk afhankelijk van de ligging, verschillende waarde-
ontwikkelingen kennen en dat dus op micro-niveau, dus qua individuele woning, de stijging veel
sterker kan zijn dan 57%. Dat is een herverdeling, waarvan ik zeg: that's all in the game. Dat
is één keer wettelijk vastgelegd. De tweede herverdeling betreft de lasten, die de huishoudens
moeten opbrengen ten opzichte van de lasten van de bedrijven, waar ook een herverdelingsoperatie
is. Ik wil daaruit concluderen en toch ook speciaal aan het college via de wethouder Middelen
meegeven, dat dit bij de Kadernota 1996, waarbij we toch ook op langere termijn gaan denken,
voor de CDA-fractie een extra reden is om nog eens aan te dringen op een zo goed mogelijke
