22 DECEMBER 1994 851 is bij ons nooit die intentie geweest, noch hebben wij de bereidheid daartoe uitgesproken. Zelfs dat bemiddelingsvoorstel over die zware portefeuille is door ons geaccepteerd, onder de conditie dat u wist dat die voor de fractie van de VVD niet bespreekbaar was als we met één wethouder genoegen zouden moeten nemen. Mevrouw HEERKENS Akkoord, dat is prima. Maar het is dus wel zo dat daar niet tegenop te onderhandelen viel. De heer TAKS Dat mag uw conclusie zijn. Het probleem ontstond ook doordat u in dat geval ook twee wethouders wou, mevrouw Heerkens. En dan kom je op acht wethouders uit en dat is weer om andere redenen een probleem. Zo kom je van het ene in het andere probleem. Mevrouw HEERKENS Zeker, dat was inderdaad onze ondergrens. En dat gold niet alleen voor ons, maar ook voor de andere partijen die aan de tafel zaten en daarvoor ben je in onderhandeling. Ik denk dat wij bereid waren op een bepaalde manier met elkaar te onderhandelen en dan kom ik weer op hetzelfde, blijkbaar is dat toch niet mogelijk geweest. De heer TAKS Dat heeft u dan goed geconcludeerd. Mevrouw HEERKENS Ja, daar zijn we het dan wel over eens. De heer TAKS U heeft onze brief van 15 december ook goed begrepen, denk ik. Voorzitter, ik denk niet dat we op deze manier tot elkaar komen. U heeft heel goed begrepen waar de kern van het probleem zit. De VVD is best bereid bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen, maar we willen het alleen doen op een manier die ons in staat stelt om het ook daadwerkelijk te doen. Wij vinden de huidige politieke constellatie van de stad verkeerd. De VVD kan pas geloofwaardig toetreden als de VVD echt greep heeft op het beleid. Nou, dat is niet mogelijk met één wethouder, vandaar onze eis van twee. Dit blijft onze eis en daar valt niet aan te tornen. Eén opmerking nog: een tussentijdse collegecrisis blijkt in elk geval niet te kunnen worden opgelost door het vormen van een nieuwe coalitie, ik denk dat dat een belangrijke gevolgtrekking is. Het tussentijds van coalitie wisselen is ook in de lokale politiek een onneembare barrière. Omdat de ontbinding van de gemeenteraad ook niet mogelijk is en de kiezers dus niet om een uitspraak kan worden gevraagd over deze bestuurscrisis, is de enige mogelijkheid dat CDA, D66 en PvdA hun verantwoordelijkheid tot de komende verkiezingen blijven dragen. Dat heb ik ook in onze afscheidsbrief van 15 december geschreven en ik constateer dat die goede raad van de VVD wordt opgevolgd. De bestuurscrisis, die feitelijk al sinds 12 april bestaat, is daarmee niet opgelost. Wellicht scheppen de kiezers over uiterlijk twee jaar en hopelijk eerder nieuwe politieke verhoudingen waardoor er wel een coalitie met de VVD tot stand kan komen. In afwachting daarvan zal de VVD, zoals dat al sinds 12 april het geval is, in commissies en de raad de voorstellen van het college constructief en zakelijk beoordelen. Waar het mogelijk is mag van de VVD een onbevooroordeelde opstelling worden verwacht, mits de coalitie van CDA, D66 en PvdA er rekening mee houdt dat ze het in de raad niet voor het zeggen heeft. Het college, dat zo aanstonds gekozen wordt, heeft niet het vertrouwen van de VVD, want het is een reconstructie van het gevallen college. Maar terwille van de bestuurbaarheid van de stad is de VVD bereid te streven naar een goede verstandhouding.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 851