29 MAART 1994 118 Wethouder DE BRUIJN Als de heer Van de Steenoven constateert dat dit voor het eerst naar voren komt, dan dient hij toch naar de dokter te gaan om zijn oren te laten uitspuiten of voortaan goed te luisteren in de commissiekamer, waar is gezegd dat het wel degelijk gaat om de representativiteit en de ontvangsten die de burgemeester dient te laten plaatsvinden op zijn kamer. Dat is nadrukkelijk aan de orde geweest, in ieder geval in de commissievergadering en daarnaar verwijs ik dan maar. De opmerking dat het nu pas aan de orde komt werp ik verre van mij. Ik moet voorts constateren betreffende de liefdesverklaringen die de heer Van de Steenoven, misschien is het een prille liefde, verklaart in de richting van Groen Links, respectievelijk de motie van Groen Links, dat wij daarvan op dit moment even kennis nemenWat betreft de verdere rechtvaardige verdel ing van de schaarse ruimte denk ik dat hieraan voldoende wordt tegemoetgekomen, het ambtelijk apparaat wordt beter gehuisvest, de ARBO-wetgeving zorgt er uitstekend voor dat wij ook onze medewerkers op die manier huisvesten zoals het moet en niet op een kluitje zoals dit nu het geval is. In de richting van de heer Dubbelman: op het moment dat de deconcentratie/de decentralisatie/het wijkgericht of het districtgericht werken aan de orde zijn zullen wij uiteraard kijken wat deze voor de huisves ting betekenen en kijken hoe wij daarmee moeten omgaan. Maar u weet dat wij nog steeds decen traal nogal wat mensen hebben zitten waarbij dit punt ook aan de orde zou moeten komen, dus wat dat betekent voor de twee kantoren moeten we goed bekijken en effectief daarmee omgaan. De heer GARRITSEN Ik heb alleen geen antwoord gehad op de vraag over de representativiteit van de kamers. Er is hier een vrij grote kamer voor de burgemeester, hij heeft twee kamers op zich en nu nog een grotere erbij. Geeft u daarop eens antwoord. Ik vind het ook jammer van de CDA-fractie, natuurlijk is het geen hoofdpunt, daar gaat het niet om, maar als je constateert dat een aantal andere mensen heel krap zit en je gaat in deze situatie tot een uitbreiding over waarvoor we eigenlijk geen argumenten krijgen aangeleverd, dan vind ik in feite nog dat het CDA de oude fout ingaat en gewoon zegt: moties van Groen Links, daarover moetje helemaal niet praten, die stem je gewoon weg. De heer DUBBELMAN De avond is nog niet om, mijnheer Garritsen. Wethouder DE BRUIJN Ook dat is een argumentatie om een motie af te wimpelen. De heer GARRITSEN Maar u gaat hier absoluut weer niet inhoudelijk op in. Wethouder DE BRUIJN Ook de heer Garritsen lijdt waarschijnlijk aan hetzelfde euvel als de heer Van de Steenoven, want in de eerste termijn heb ik getracht aan te geven waarom de voormalige burgemeesterskamer in dit Stadhuis er niet voor geschikt zou zijn, gelet op de dislocatie en vervolgens heb ik moeten constateren dat de voormalige kamer van de burgemeester in dit Stadhuis een representatieve functie heeft voor het gemeentebestuur en dus door iedereen te gebruiken is, ook door de wethouders. Wij zijn van mening en wij blijven van mening dat de burgemeester daar hoort waar hij zit, namelijk op het Stadskantoor. Die argumentatie heb ik in de eerste termijn al aangegeven en mocht de heer Garritsen dat niet hebben gehoord dan heb ik dat bij dezen herhaald. Het zal duidelijk zijn dat wij aan deze motie geen behoefte hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 118