SS
23 FEBRUARI 1995 108
De heer PEETERS
Ik denk dat het iedereen, buiten de heer Boer, duidelijk is welke keuze wij hebben gemaakt en
op grond waarvan. Dat is overigens ook in het bijzijn van de heer Boer heel uitdrukkelijk en
tot in detail door mij toegelicht in de commissie, maar luisteren is niet de grootste eigenschap
van de heer Boer en het verhaal dat hij
De heer BOER
Dat kunt u toch niet bewijzen, wat u nu zegt?
De VOORZITTER
Wilt u wel even de heer Peeters laten uitspreken?
De heer BOER
Hij zegt dat ik niet kan luisteren.
De VOORZITTER
Hij was nog bezig het woord te voeren. De heer Peeters maakt zijn betoog verder af.
De heer PEETERS
Tot zover betreffende het autovrij maken van de Grote Markt. Wij staan volledig achter het
voorstel en ik sluit me aan bij wat de heer Dubbelman zei: je moet op een gegeven moment een
keuze maken. En nogmaals, dat betekent niet als je kiest datje dan voorbij gaat aan de belangen
van andere groeperingen of andere categorieën van burgers. Wat de winterterrassen betreft: ik
ben daarover in de commissie al duidelijk geweest, een verfraaiing vinden wij het niet, om over
de meerwaarde maar niet te praten, maar de benadering en daarom wil ik toch wat uitvoeriger
erop ingaan, die de heer Schroder kiest, is toch de benadering die ook de bewoners kiezen,
maar ik houd staande dat er heel veel mensen zijn die het niet vanuit de optiek van een
aantasting van het monumentale en van het cultuur-historische bekijken. De doorsnee burger,
die daar gewoon gezellig uitgaat of gaat winkelen, zou die nou zoveel bezwaren hebben tegen
winterterrassen zoals men die nu heeft voorgenomen te bouwen? Ik geloof met stelligheid dat
dat zeker niet het geval is. Ik ken zelfs heel veel mensen die vinden dat het de gezelligheid
verhoogt en die het een verlevendiging vinden. Als ik zelf niet behoor tot die mensen betekent
dat niet dat je op basis daarvan een keuze zou moeten maken. Wij hechten wel aan die winter
terrassen en ik wil het nog eens benadrukken aan de voorwaarden van die precedentwerking. Ik
heb daarover de wethouder in de commissie, ik mag wel zeggen: uitvoerig, bevraagd en hij
heeft mij verzekerd dat op grond van het contact van B.J.Z. een juridische basis is te vinden om
enige precedentwerking met betrekking tot die winterterrassen te voorkomen. Tot zover de
eerste termijn.
De heer SCHRODER
Mag ik de heer Peeters vragen: als B.J.Z. het nu ontkent, kunt u dan niet beter het zekere voor
het onzekere nemen? B.J.Z. zegt niet dat het absoluut onmogelijk is, maar zegt dat er op een
aantal punten volstrekt grote twijfel is en zal zeker niet de garantie kunnen geven dat er
absoluut geen precedentwerking vanuit gaat.
De heer PEETERS
Ik kan me voorstellen dat juristen, met wie ik weieens te maken heb gehad in mijn leven en u
bent ook jurist, ik niet, dat wat genuanceerd benaderen en niet onmiddellijk uit en te na op de
vragen die u daarover stelt een klip en klaar antwoord zullen geven. Ik houd me nu aan dit punt
en ik heb herhaald dat ik de voorzitter in de commissie, u bent daarvan ook getuige geweest, uit