125 Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente Breda op 28 maart 1995. AGENDA KADERNOTA 1996 A. Algemene Beschouwingen. B. Beantwoording college. AANWEZIG: DE HEREN E.H.T.M. NUPELS, VOORZITTER; A.C.A.M. ADANK, DE DAMES J.M.A. VAN BERGEN-NIJEHOLT, L. VAN BEUSEKOM-NIX, DE HEER J.O.E. BOER, MEVROUW M.J. BOIDIN-VAN HOEVE, DE HEREN J.L. BOKKELKAMP, E. DE BRUIJN, WETHOUDER; C.J. CRUL, W.P. VAN DONGEN, WETHOUDER; C.O.W. DUBBELMAN, W.M.M. VANFESSEM; J.A. FIGLAREK, J.C.A.M. GIELEN, WETHOUDER; J.H.A. VAN GURP, F. HEEREN, DE DAMES M.P. HEERKENS, M.M.C.W. HEESSELS, DE HEER J. VANHEUSDEN, MEVROUW J.C.M. KOKX, DE HEREN E.J.M. DELEEUW, J.C.C. LEUNISSE, F.L. MAAS, J.E.M. MARÉE, J.P.E.M. MEEUWISSEN, MEVROUW G. NICOLIC, DE HEREN A. ONG, N.G.M. VAN OS, WETHOUDER; M. PEETERS, H.J.F. VAN RAAK, WETHOUDER; R.G.P. SANDBERG,P.H. SCHELTENS, W.J.G. SCHRODER, H.L. SINKE, PJ. VAN DE STEENOVEN, C.J. VERPAALEN, B. OUWERKERK, SECRETARIS. AFWEZIG: MEVROUW B.P. CROFT-MITTELMEUER, DE HEER J.P.W.A.A.M. TAKS. De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur. A. ALGEMENE BESCHOUWINGEN. De heer ADANK Ik wil beginnen met een beschouwing van de Kadernota 1996. Nadat wij de afgelopen weken rijkelijk zijn getrakteerd op hoogstandjes van Haagse omgangskunde, op nationale debatten over het grote belang van onze middelste bestuurslaag, op voor de argeloze en de verwende nieuwsconsu- ment geslaagde en minder geslaagde personality-shows, zijn wij terug bij waar wij eigenlijk mee bezig moeten zijn: veilig wonen, werken en welzijn in onze stad en regio. Het CDA zal met name aandacht vragen voorhetbehoudènhet verbeteren van de kwaliteitvandedagelijkseleefomgeving. Daar hebben onze burgers, in welke omstandigheden dan ook, direct mee te maken en óók wat men merkt aan het eind van de maand in het huishoudboekje: Breda is erg duur, de lastendruk wordt groter. Wij denken dat de redelijke grens al lang bereikt is. Waarmee ik óók wil zeggen dat de mensen zelf verantwoordelijkheid dragen en zelf keuzes maken, die hun leven bepalen en soms beperken. Dat moet wel mogelijk gemaakt worden. Als wij erin slagen onze burgers ervan te overtuigen dat de besluiten die de raad neemt, werkelijk kunnen bijdragen aan een leefbare stad, dan zal de teleurstelling over de lage opkomst bij de jongste verkiezingen weggepoetst kunnen worden. Veel zal bereikt kunnen worden met directe contacten en duidelijke informatie. Wij verwachten in die zin veel van de Stadskrant en de directere contacten met de burgers, die zich gestaag aandienen. Het belang van een woonplek in deze stad bepaalt voor veel burgers de sociale, maar ook de politieke houding èn het gedrag. De betekenis van buurt en wijk kan aan belang toenemen en wijkgericht werken kan dat stimuleren. Wij hebben daar eerdere uitspraken over gedaan in onze programma's en daar is het programakkoord ook duidelijk in. Breda staat de komende jaren voor een forse taakstelling op het gebied van de woningbouw. De zorg voor de tijdige beschikbaarheid van goede bouwlocaties gaat hand in hand met de zorg of het wel te betalen is. Grote locaties, ook op het grondgebied van nu nog zelfstandige buurgemeenten, moeten volgens een meerjarenplanning in ontwikkeling worden genomen. Een stap in de goede richting kan een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 125