28 MAART 1995
132
De heer DE LEEUW
Verder wijzen wij op het belang van de inrichting van de openbare ruimte, alsmede het onderhoud
daarvan. Bezuiniging hierop mag niet ten koste van de veiligheid gaan en wij verwachten hierover
een toezegging van het college. Ook het woongenot scoort niet slecht bij deBredanaars. Wemoeten
echter wel zorgen dat de woning, met name in de sociale sector, betaalbaar blijft. Daarom hecht
de D66- fractie veel belang aan het Volkshuisvestingsfonds. Wat de financiering daarvan betreft,
hierop zullen we terugkomen bij de kerntakendiscussie. Uit recentelijk onderzoek is gebleken dat
armoede zich niet alleen concentreert in de grote steden, maar ook in middelgrote steden als Breda.
In dat licht gezien is het meer dan normaal dat een evenredig deel van de financiële impuls in het
kader van het grote stedenbeleid in Breda terecht komt. Wellicht kan het college daartoe rechtstreeks
en via de V.N.G. initiatieven nemen. Gelijktijdig kan duidelijk worden gemaakt dat de reorganisatie
van de Bijstandswet en de overdracht aan de gemeente van de schoolgebouwen bijvoorbeeld, de
nodige financiële risico's met zich meebrengen voor de gemeente. We zullen samen met anderen
krachtig verzet moeten aantekenen om te voorkomen dat landelijke bezuinigingen opnieuw worden
overgeheveld naar de gemeenten. Breda ontwikkelt zich ook steeds meer tot een multi-culturele
stad. De problemen voor mede-burgers van allochtone afkomst mogen niet onderschat worden.
Zij moeten erop kunnen rekenen dat Breda ook denkt aan hun welzijn in deze stad. Het cultuur
aanbod in deze stad wordt redelijk tot goed ervaren. Ondanks het feit dat er toch gewerkt wordt
met een beperkt budget. Wij zijn daarom blij dat in deze kadernota een investeringsruimte is
opgenomen voor de huisvesting van PARA. Het ziet er nu echt naar uit dat voor dit probleem
een oplossing in zicht komt. Wat het Bredaas museum betreft zien we de toekomst ook met enige
schrik tegemoet. Voor de eerste fase is wel geld gereserveerd, maar dan zijn wij er nog niet. We
begrijpen het financiële probleem en verzoeken u dan ook om na te gaan of via gezamenlijk gebruik
van het pand er partners te vinden zijn, die voor een soort co-financiering kunnen zorgen zodat
ook die tweede fase veilig gesteld kan worden. Tot slot uw favoriete gezegde: "Je moet niet aan
een dood paard trekken"Als we zien hoeveel energie er gestoken wordt in de samenvoeging van
stads- en streekgewest en de recentelijke reacties daarover in Den Haag, vragen wij ons af u daar
toch niet al een beetje mee bezig bent. Zeker nu duidelijk wordt dat er van een democratische
legitimatie middels rechtstreekse verkiezingen nog lang geen sprake kan zijn, lijkt het ons zinvol
om ons meer op de sterke stad te richten. Overigens blijven wij van mening dat de haven weer
open moet.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Het afgelopen jaar was een rumoerige politieke periode. Helaas hebben de onderhandelingen om
te komen tot de vorming van een nieuw college, met daarin ook de VVD-fractie, niet tot het
beoogde resultaat geleid. Terwijl toch de noodzaak tot een bredere politieke basis algemeen werd
ingezien; zeker nu we de inhoud van deze kadernota in ogenschouw nemen en deze wederom in
het teken van ingrijpende ombuigings- en bezuinigingsmaatregelen voor de komende jaren staat.
Door de nieuwe normeringssystematiek van het Gemeentefonds, waarbij de voeding van het fonds
wordt gekoppeld aan de feitelijke ontwikkeling van de netto-rijksuitgaven, hebben gemeenten een
direct belang gekregen bij het stopzetten van de verdringende werking van de rentebetalingen op
de staatsschuld. De krachtige ruk aan de budgettaire teugels zal het enerzijds de gemeente niet
gemakkelijk maken maar anderzijds is deze bedoeld als een "zegen" omdat macro-ontwikkelingen
op lokaal niveau hun uitwerking zullen hebben. Althans, zo is het door het kabinet bedoeld. Zalm
zwemt tegen de stroom in, las ik ergens, omdat de economische ontwikkelingen veel hoger worden
ingeschat dan waarmee de minister van Financiën rekent. Vraag is, of wij dat met deze kadernota
ook doen. De feiten geven aan dat dat niet het geval is. Wij hebben zelfs de tussenbalansoperatie
nog niet gehaald en de haalbaarheid van de 16 miljoen operatie met vele efficiency-maatregelen
is ook zeer twijfelachtig. Welke meetinstrumenten gebruiken we bij deze efficiencymaatregelen
en zitten we ons eigenlijk niet rijk te rekenen? Bovendien kunnen we ervan verzekerd zijn dat door