28 MAART 1995 139 De VOORZITTER En die zouden het daar toch moeten kunnen volgen. De heer SCHRODER Wat een eer voor u dat u die club mag voorzitten. Ik ga verder. Een punt van zorg in de ogen van onze fractie is de toenemende mate van vertrouwelijkheid en geheimhouding, waarmee de voorbereiding op de besluitvorming in de raad langzamerhand wordt doordrenkt. Als aan plannen een financieel plaatje zit, dan is dat kennelijk al voldoende om de raadsleden onder embargo naar het Stadskantoor te laten afreizen voor het inzien van stukken. Als voorbeeld noem ik de geheim ter inzage gelegde stukken over het Chassé Theater onlangs. Geen enkel document wat ik onder ogen heb gehad verdient het predikaat "geheim" laat staan het predikaat "vertrouwelijk"En toch zijn verschillende fracties steeds opnieuw bereid om die geheimhoudingsplicht te accepteren. Het kan zo niet, het werkt praktisch niet, maar het is vooral principieel onjuist. De besluitvorming en de voorbereiding daarnaar toe De heer ADANK Even ter interruptie. Dat vind ik heel vreemd van de heer Schroder. Wij hebben daar duidelijke afspraken over gemaakt. Er is tot driemaal toe in het overleg discussie over geweest en de laatste maanden heeft u zich neergelegd bij de argumentatie van de voorzitter van deze raad over die vertrouwelijkheid. Met name zaken waarbij de onderhandelingspositie van de gemeente in het geding is of in het geding kan komen, zijn aan de orde gesteld en daar bent u mee akkoord gegaan. Een beetje vreemd om daar nu in de raad op terug te komen. De heer SCHRODER Laat ik in die zin reageren, mijnheer Adank. Allereerst is het fractie-voorzittersoverleg er natuurlijk niet voor om in besluitvormende zin over principiële onderwerpen zoals de openbaarheid te spreken. Besluitvorming over geheimhouding of vertrouwelijkheid dient uiteindelijk aan het oordeel van de raad te worden voorgelegd. Vandaar dat ik de discussie hier inbreng. Ik heb die zaak inderdaad in twee instanties in het fractie-voorzittersoverleg aan de orde gesteld. De eerste keer is er in algemene zin een antwoord gegeven over bepaalde onderwerpen, waar het dan met name ging over de invulling van het Chasséterrein. Daar heb ik ook begrip getoond voor bepaalde stukken, die vertrouwelijk ter visie zijn gelegd, maar in de tweede termijn ben ik daar op teruggekomen, omdat ik toch had moeten constateren dat er verschillende stukken zijn, waarvan ik nu vaststel dat daar volstrekt niets vertrouwelijks aan is. Er is geen enkele reden voor geheimhouding, laat staan om dat achter gesloten deuren te behandelen. Het zijn stukken die in volstrekte openbaarheid kunnen, waar geen enkel belang, niét van een projectontwikkelaar, niét van deelnemers in het geval van het Chassé Theater en ook niet van onze gemeente, mee geschaad wordt. Als we ons dan toch zo gemakkelijk neerleggen bij die opgelegde geheimhouding, dan vind ik dat we op een glijdend vlak bezig zijn. Dat is dodelijk voor de mogelijkheid om in het openbaar meningsvormend zaken aan te kaarten. Dus ik roep het college, maar ook de raad op om daar met regelmaat kritisch naar te kijken en op gepaste momenten te zeggen: tot hier en niet verder! Dat is mijn insteek. De heer BOER Ik hecht eraan mijnheer Schroder mijn dank te zeggen voor zijn uitlating dat een groot deel van de stukken die geheim zijn, niet veel voorstellen en zeker niet het predikaat "geheim" verdienen. Wij gaan niet naar die stukken zoeken, wij voelen ons constant op informatie-achterstand gezet, omdat er dan zulke belangrijke informatie zou zijn. Nu blijkt duidelijkuit de woorden van mijnheer Schroder, die dat wel bestudeerd heeft, dat het niks voorstelt. Dan voelen wij ons inderdaad echt in de kuif genomen, maar wij veronderstelden het wèl. Er wordt geheimzinnig gedaan over echt helemaal niks, want die informatie is ergens anders ook verkrijgbaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 139