28 MAART 1995 141 Wethouder DE BRUIJN Het is een volstrekt andere uitleg die de heer Schroder nu geeft, dan wat hij net constateerde en ik ben blij met deze nuancering. De heer BOER Ik wil toch even iets aanvullen, als voorlichting aan mijnheer De Bruijn. In dat penthouse van 750.000,-- zijn nu een paar huurders gegaan, die vroeger in de sociale woningbouw zaten. Dat kunt u toch niet geloven, hè? Wethouder DE BRUIJN Mijnheer Boer, ik neem deze opmerking met een korrel zout, want u weet dat er slechts enkele woningen in die categorie gebouwd worden en ik stel voor dat u die woningmarkt nog eens volledig bekijkt en weet waar u over praat. De heer SCHRODER Een redenering van de koude grond, maar laat de wethouder straks in de beantwoording maar eens uitleggen hoe hij het zich voorstelt wanneer je als huurder in een woning zit van ongeveer 350,-- per maand, welk marktmechanisme dan in werking moet worden gesteld om juist dié huurder te gaan motiveren om duurder te gaan wonen. Om aan de stijgende behoefte aan betaalbare nieuwbouw te voldoen, is volgens ons het enige antwoord om te trachten alle middelen in te zetten om goedkoper te bouwen. Al eerder opperde mijn fractie om eens kritisch te kijken naar de mogelijkheden die er zijn om anders om te gaan met de grondkosten. En onlangs zag, na maanden wachten, eindelijk de nota Grondbeleid het licht, een teleurstelling. De nota geeft slechts een overzicht van bestaand beleid zonder kritische kanttekening en zonder dat aan de commissie inzicht wordt gegeven of bij voorbeeld de grondkosten ingezet kunnen worden voor het goedkoper bouwen. Dit was toch een van de achtergrond-ideeën toen het programakkoord werd vastgesteld. Een heikel punt in de kadernota, zo blijkt uit behandeling in de commissie, is de bezuiniging op de onderhoudsbudgetten voor de woongebieden voor 450.000,—. Welke visie van het college steekt hierachter? We praten toch ook over sociale veiligheid, ik noem verlichting, kwaliteit van de woonomgeving, kortom, elementaire factoren die het leven in Breda leefbaar maken. De invulling van die kwaliteit zal straks voor een deel per district ingezet en beslist kunnen worden. En volgens mijn fractie kun je dan niet op voorhand, zonder enige ervaring met de districten, zo'n bezuiniging voordragen. Volgens de kadernota is het behoud van de voorraad goedkope huurwoningen een probleem, volgens ons is het meer een opgave. Concreet worden we de afgelopen weken benaderd over het precaire dilemma in Westeinde: duur renoveren of duur nieuwbouw plegen. Het zal ons veel waard zijn wanneer sociale verbanden in Westeinde behouden kunnen blijven en een van de voorwaarden lijkt te zijn, dat de woningen zelfs na renovatie of nieuwbouw betaalbaar blijven. En al vaker bepleitten wij om daar dan toch maar eens gemeentelijke middelen voor in te zetten. Ook al zou het uitsluitend als voorbeeldfunctie zijn. Een motie van die strekking zullen wij vanavond indienen en die kunnen wij in tweede termijn toelichten. Onze stad heeft de afgelopen maanden kennis gemaakt met een nieuw fenomeen, het referendum. De besluitvorming voor het referendum is tekenend voor de lafheid van de huidige coalitie. Geen der coalitiegenoten durfde ruiterlijk toe te geven dat het besluit tot sluiting van 't Ei een misser was, immers als je dat toegeeft dan moet je tegelijk de bereidheid tonen om die politieke fout te herstellen, concreet 't Ei dus te herstellen. De uitslag van het referendum heeft gelukkig aangetoond dat de bevolking wél een zwemfunctie in het centrum van de stad wil. De Bredase burger hield van 't Ei, houdt van 't Ei. Ik neem aan dat de uitslag van het referendum wellicht uit weemoed mede door die gedachte is ingegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 141