28 MAART 1995 149 - er in de lopende begroting wel middelen zijn opgenomen ten behoeve van deze doelstelling, zonder dat er een relatie bestaat met de opbrengsten van het Parkeerbedrijf; is van mening dat: er behoefte is aan een duidelijke relatie tussen de netto-opbrengsten van het Parkeerbedrijf en de gemeentelijke inspanning met betrekking tot het afremmen van de groei van de automobiliteit: verzoekt het college: bij de begrotingsbehandeling de raad een voorstel te doen voor het oprichten van een Mobiliteits fonds welke als doel heeft het beperken van de groei van de automobiliteit door middel van openbaar vervoer- en fietsvoorzieningen en pendeldiensten naar de binnenstad en welke gevoed wordt uit de netto-opbrengsten van het Parkeerbedrijf; en gaat over tot de orde van de vergadering. Mevrouw HEERKENS Er is sprake van een snel verslechterende financiële situatie. De oorzaken hiervoor zijn onder andere te vinden in de rijksbezuinigingen en een andere uitkeringssystematiek van het Gemeentefonds. Daarnaast mag ook de daadkracht van het gemeentebestuur niet onvermeld bl ij venEen daadkracht die heeft geleid tot vele investeringen, maar jammer genoeg in een aantal gevallen slecht voorgecalculeerd. We staan voor een opgave om bij de begroting 1996 voor een tekort van 10 miljoen dekking te vinden, waarbij duidelijk is dat de mogelijkheden te bezuinigen op efficiency begrensd zijn. Heroverweging van taken is daarom onvermijdelijk. De kerntakendiscussie die gevoerd gaat worden mag zich niet hiertoe beperken, maar zal ook gericht moeten zijn op een periodieke heroriëntatie van het gemeentelijk beleid. Er zijn bepaalde ontwikkelingen gaande die een weerslag vormen van sociale, economische en culturele veranderingen in de samenleving. In het sociaal trendrapport wordt daar uitgebreid op ingegaanUit dit rapport blij kt dat een positieve toekomstverwachting van burgers vooral voorkomt in buurten met hoge inkomens, hoge opleidingen en relatief stabiele gezinssamenstellingen. Het tegendeel valt waar te nemen in de kwetsbare buurten met vooral lage inkomens, werkloosheid en gevoelens van onveiligheid. Voeg daarbij de conclusie uit de analyse van het NRC, de heer De Leeuw had het daar ook al over - naar de armste wijk in Nederland, die luidt dat deze vooral te vinden zijn in de middelgrote steden, zoals bijvoorbeeld Breda. Voor de PvdA-fractie zijn daarom extra inspanningen, met name gericht op de kwetsbare groepen in onze samenleving nodig en ook gerechtvaardigd. Maar ook beleidsterreinen als veiligheid, arbeidsmarkt, welzijn en volkshuisvesting vormen onderwerpen voor een permanente heroriëntatie. Allereerst het veiligheidsbeleid. Ongeveer tachtig procent van de bevolking ziet criminaliteit als een ernstig probleem, dat de nodige angst en onveiligheidsgevoelens oproept. Het lokaal bestuur speelt een belangrijke rol bij het veiliger en leefbaarder maken van de stad, van de wijken. Daarbij kunnen we denken aan technische preventie, beveiligingsmaatregelen in winkels, bedrijven, woningen en aan sociale preventie, gerichtop probleemjongeren waarbij integraal beleid op terreinen van onderwijs, werk en welzijn noodzakelijk is, maar ook door uitbreiding van toezichthoudende functies. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat de burger vraagt om meer "blauw" op straat. Een van de mogelijkheden om hierop in te spelen vormt het aanbod vanuithet regiokorps, dat erop neerkomt dat er twee politiesurveillanten kunnen worden aangesteld voor de prijs van één. Wij stellen het college voor gebruik te maken van deze regeling door maximale inzet van de resterende BPC-gelden voor 1995 en komende j aren, aangevuld met extra geld uit nieuw beleid V an belang hierbij is dat de gemeenteraad uitdrukkelijk zeggenschap krijgt over waar deze functies worden ingezet. Verder vinden wij dat extra toezicht door het aanstellen van stadswachten,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 149