28 MAART 1995 152 Mevrouw HEERKENS Ik praat over drie ton totaal BPC-budget; dit jaar was er ruim een ton over, in 1996 is dat 170.000,-. Dan vind ik dat er behoorlijk wat over is. Wij vinden dat die/ 170.000,-structureel ingezet kunnen gaan worden voor het aankopen van die politiesurveillanten. Of u het er nu mee eens bent of niet De VOORZITTER Dat is onzin wat u daar zegt. Dat wil ik toch bestrijden. Het jaar 1996 is nog niet aangebroken, hoe kan er dan geld over zijn als de begroting nog niet is vastgesteld, dat is één. Ten tweede: over 1995 praten we over een beperkt bedrag dat nog over is, maar het hele jaar is nog te gaan. Je kunt een politieke keuze maken, dat moet u als raad doen, maar het gaat even om de cijfers en de cijfers zijn, zoals ook op uw verzoek aan de commissie AZ Mevrouw HEERKENS Precies, we hebben een overzicht gevraagd en daarin staat heel duidelijk dat er in ieder geval voor 1995 een bedrag resteert van honderdachtenzestig duizend van het totaal budget van drie ton. Het arbeidsmarktbeleid. Bestrijding van de De heer BOER Mevrouw Heerkens, wat het "blauw" vraagt, datzijn eigenlijk constant cellen. Dus minder gewoon surveillance, ze kunnen een heleboel mensen arresteren, ze maken al deals met juridische zaken. Als er geen mensen vastgezet kunnen worden, hoeven ze niet meer te worden gearresteerd. Dus het sluitstuk van het hele betoog mis ik eigenlijk en ik heb tot het einde gewacht, maar u ging op een ander onderwerp over Mevrouw HEERKENS Ik was ook niet van plan om voor te stellen om nu te gaan investeren in cellen, maar als uw fractievoorzitter daar direct mee komt, dan laat ik het graag aan de voorzitter over om daar uitgebreid op in te gaan, nadat hij dat ook in de commissie Algemene Zaken al uitgebreid gedaan heeft. Ik ga over tot het arbeidsmarktbeleid. Bestrijding van de langdurige werkloosheid is ons inziens een van de kerntaken van het gemeentelijk beleid. De herziening van de Algemene Bijstandswet, het uitstroomgericht werken, uitvoeren van het Jeugdwerkgarantieplan en de Banenpool, het grote stedenbeleid, al deze zaken wijzen hierop. De effectiviteit van het gemeentelijk werkgelegenheidsbeleid is nauw verbonden met het samenhangend sociaal en economisch beleid. Kern hiervan is zorg voor economische structuurversterking en wegnemen van knelpunten op de arbeidsmarkt. Allereerst de economische ontwikkeling. De gemeente zal een strategie moeten ontwikkelen om meer ruimte te creëren voor de grote bedrijven, maar ook voor het midden- en kleinbedrijf en voor betaalbare bedrijfsruimte in wijken voor werk in ambachtelijke en dienstverle nende sfeer. Het arbeidsmarktbeleid: de gemeente zal actief moeten inspelen op de Melkert-banen. De gemeente Breda is nu al verantwoordelijk voor een drietal arbeidsinpassingsmaatregelen: de B.S.W. met ongeveer 900 werknemers, de banenpool met 241 werknemers en het J.W.G. met 250 werknemers. Daar kunnen zo'n 400 banen bijkomen, Melkert gaat over reguliere banen en voor een deel ook over additionele banen. Het ontwikkelen van één uitvoeringsorganisatie kan de effectiviteit vergroten en de onderlinge concurrentie tegengaan. Hoe denkthet college hierover? Ook de scholingsstructuur zal helder en inzichtelijk moeten zijn. De onzekere voortgang van de financiering door het R.B.A., het Regionaal Bureau Arbeidsvoorziening van de R.W.S., het Regionaal Werkgelegenheids- en Scholingsinstituut, vormt een groot probleem. Een vraag is of verdergaande samenwerking door de verschillende organisaties de R. W.Shet Omniumcollege, C.V.V. en Leerlingwezen dit kunnen ondervangen. Ook hier graag de mening van het college. Samenwerking van Sociale Zaken met het R.W.A. moet verder vorm krijgen en vooral gericht ft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 152