1 28 MAART 1995 154 C geeft hetzelfde beeld: slechts aankondigingen van plannen, welke al in een of andere vorm in de gemeenteraad zijn behandeld en eindelijk tot uitvoering zullen komen. Het enige nieuwe wat ik heb kunnen ontdekken is dat de districtsplannen medio 1995 beschikbaar zullen zijn. In feite ook niets nieuws want dat is een gevolg van de ambtelijke hervormingen. Doch wie schetst mijn verbazing als ik in de kadernota lees dat op welzijnsgebied niet wordt gedacht aan vijf districten, maar aan drie. Coördinatie tussen diverse ambtelijke diensten is toch werkelijk geen sterk punt. Over concretisering van de inspraak, over het instellen van een ombudsman is niets te vinden. In wezen staat in de kadernota niets over het bevorderen van het welzijn van de Bredase bevolking, in tegendeel, er staan alleen maar dingen in waardoor het welzijn verminderd wordt. In september 1994 heb ik reeds gepleit voor het instellen van stadswachten, althans voor meer "blauwin Breda. Toen werd mij gezegd: het is niet nodig omdat er in Breda reservepolitie is. Het voorhanden hebben is niet voldoende, het gaat om het inschakelen van de reservepolitie, maar daar was en is klaarblijkelijk geen geld voor aanwezig. In de laatste vergadering van de commissie Algemene Zaken is het onderwerp wederom aan de orde geweest, omdat het Rijk geld ter beschikking stelt voor bijvoorbeeld stadswachten. Wederom werd het afgewezen. De politiehad een notitie gemaakt om uit te leggen waarom niet: er zou verwarring ontstaan bij het publiek, een lagere oplei dingsgraad, extra begeleidingskosten en dergelijke. Er werd niet uitgelegd waarom in een groot aantal andere gemeenten het instituut van stadswachten wel functioneert en waarom dat in Breda niet zou kunnen. Toen vorig jaar de onderhandelingen over het nieuw te vormen college begonnen, werd als eerste eis gesteld: eerbiediging van het oude collegebeleid. De nadien gevormde colleges hebben hun best gedaan, het potverteren is doorgegaan; we zien hogere exploitatieverliezen bij de bibliotheek en hetzelfde is te verwachten bij de schouwburg. Het bebouwen van het Chasséterrein zal ook weer, zo valt te vrezen, de nodige verliezen met zich meebrengen en zelfs op het terrein van het oude Concordia verwacht het college geen winst te kunnen maken. Met een dergelijk college is het niet verwonderlijk dat er nauwelijks geld beschikbaar is voor cultuur. De PvhZ kan zich dan ook nietverenigen met het eerste deel van de Kadernota 1996. In het tweede deel, de financiën, wordt een bijzonder somber beeld geschetst. Wethouder DE BRUUN Even ter interruptie, ik denk na over de woorden van de heer Verpaalen. Hij maakt zich er zorgen over of sommige grondexploitaties niet positief kunnen verlopen, met name Concordia. Wellicht heeft hij daarbij in zijn hoofd hoe j e de invulling van zo 'n gevoel ig terrein wèl zou kunnen real iseren met minstens een budget op nul. Tot nu toe is het budget negatief en blijkbaar heeft hij een idee hoe je dat tot nul zou kunnen reduceren. Ik hoop niet dat hij, in weerwil van hetgeen de bewoners daar zeggen, de hoogte in wil tot tien verdiepingen. De heer VERPAALEN Ik zal de tijd vrij maken, wanneer dat in de commissie komt, om u te antwoorden. Mijnheer De Bruijn, ikdenkdatde andere eisen, niet een klein speelplaatsje voor de bewoners, dusdanige kosten uitmaken, dat het hele terrein niet meer rendabel te verkopen zou zijn. Wethouder DE BRUUN Ik probeer serieus naar de heer Verpaalen te luisteren en te horen of hij oplossingen ziet om die grondexploitatie naar nul terug te brengen. Dan heb ik het gelukkig nog niet over het speelplekje want dat is altijd nog wel ergens in te vullen. Het gaat over de fundamentele aanpak van dergelijke gevoelige terreinen waar met name buurtbewoners duidelijk hun mening over hebben. De heer VERPAALEN Nogmaals, ik zal naar uw commissie komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 154