28 MAART 1995 157 De VOORZITTER De rijksoverheid is verantwoordelijk voor de bouw van cellen. Wij vinden dat het Rijk te weinig cellen bouwt, we zijn het dus in dat opzicht niet met het Rijk eens. Dat is ons drie punten programma. De heer HEEREN Dat klinkt allemaal logisch, maar daar is de burger niet mee geholpen. En daar praat ik voor. Daar kom ik voor op. En wat is dan uw antwoord? De VOORZITTER Dat u dan met gezwinde spoed nog vanavond naar Den Haag moet afreizen. Want u bent bij ons aan het verkeerde adres. De heer HEEREN Dat is onzin. U wilt of u wilt niet. De VOORZITTER Wij willen, maar het is niet onze taak en we hebben er ook geen geld voor. De heer HEEREN Ja, dat krijg je als je een nieuw Chassé Theater bouwt. Dan kom je altijd geld tekort. Ik zal het hierbij laten. PAUZE De VOORZITTER heropent de vergadering. B. BEANTWOORDING COLLEGE. De VOORZITTER Ik zou op de eerste plaats namens het college alle fracties dank willen zeggen voor hun inbreng bij de behandeling van deze kadernota. We hebben daar in een groot aantal commissies over gesproken. In een tweetal commissies, die van wethouder Van Os en die van mij, is ook gesproken over de manier waarop we de komende tijd de takendiscussie met elkaar zullen gaan voeren. In de commissie Algemene Zaken is ook gesproken over de vraag of die takendiscussie zijn eind kent in juni van dit jaar, of dat we daar ook eventueel na de zomer nog mee doorgaan. Ik denk dat het in ieder geval ook de mening van het college is dat we vóór de zomer een goede aanzet moeten geven als het gaat om de takendiscussie en dat misschien op onderdelen die discussie daarna door kan gaan. Wethouder Van Os zal daar namens het college wat diepgaander op antwoorden. Ik zal mij beperken tot een aantal opmerkingen die gaan over het veiligheidsbeleid, over de herindeling en met name over de samenvoeging van stads- en streekgewest. Ik begin met de vraag van de heer Adank, of het standpunt van het college over de herindeling nog onverkort van kracht is. Ik kan u bevestigen dat aan ons standpunt nog niets is veranderd. Ik heb een hal ij aar geleden gezegd dat, nadat de fase bij de Staten is afgehandeld, nu het stille stadium wordt bereikt. Dat betekent dat er de afgelopen maanden gesprekken in de kamerfracties zijn geweest en dat er contacten zijn met het departement. Op dit moment wordt het wetsontwerp over de herindeling rond Breda op het departement opgesteld en we hebben ook daar nog gezorgd voor enige inbreng, waarbij de lijn, zoals we die in de raad met elkaar hebben afgesproken, voorop staat. De verwachting is dat het wetsontwerp kort vóór of net na de zomer zal worden ingediend. Als de voortekenen niet bedriegen zal dat wetsontwerp overeenkomen met wat de raad van Breda al enige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 157