28 MAART 1995
158
jaren geleden heeft uitgesproken. Dat betekent zoals het er nu naar uitziet, maar in Den Haag moet
je altijd enig voorbehoud maken, dat het wetsontwerp zo zal luiden als wij altijd graag hebben
gewildDat betekent dus inclusief Prinsenbeek. Mevrouw V an Beusekom denkt dat de argumenten
om Prinsenbeek niet bij Breda te voegen geen stand houden. Ik ben het met haar eens. Het college
heeft al vier jaar geleden dat standpunt ingenomen. We denken dat in ieder geval de discussie over
het grote stedenbeleid in de Tweede Kamer ook naar aanleiding van de indeling rond 's-
Hertogenbosch/Rosmalen, duidelijk maakt dat het Kabinet en de Tweede Kamer op dat punt een
andere koers wensen te varen en dat ook een vergroting van de herindelingsvoorstellen rond Breda
voor de hand ligt. Te meer omdat de schaal van de gemeente Prinsenbeek aanzienlijk kleiner is
dan die rond Rosmalen en vooral ook omdat de sociale en de sociaal-economische samenhang tussen
Prinsenbeek en Breda veel sterker is dan die tussen Rosmalen en 's-Hertogenbosch. Met andere
woorden: wij gaan ervan uit, en daar wijzen ook alle signalen uit Den Haag op, dat in dat opzicht
Breda aan haar trekken zal komen. Dat klinkt wat onvriendelijk, omdat het in feite niet gaat om
de vraag of Breda er extra grondgebied bij krijgt, omdat we dat zo leuk vinden. Het gaat om de
sterkte van de grote stad, om de erkenning van de grote stad als trekker van de economie in de
regio. Ook als drager van allerlei sociaal-cultureleen maatschappelijke ontwikkelingen. Vanwege
die argumenten vinden wij dat Breda in ieder geval moet worden uitgebreid met een aantal
omliggende gemeenten. En het is plezierig om vast te stellen, nadat we daar nu bijna vijfjaar mee
bezig zijn geweest, dat we op het eind van de rit naar alle waarschijnlijkheid gelijk gaan krijgen.
Dat kan op twee manieren, je kunt gelijk krijgen eenvoudigweg omdat men zegt: we voegen het
eraan toe. Maar het is veel plezieriger om gelijk te krijgen op basis van inhoudelijke argumenten.
We kunnen gelukkig vaststellen dat die inhoudelijke argumenten bij de meeste kamerfracties, ook
aan de hand van de bezoeken die we de afgelopen maanden met de vijf burgemeesters van de grote
gemeenten in Brabant hebben afgelegd, in ieder geval zijn aangeslagen en dat de Tweede Kamer
en het Kabinet, waarschijnlijk op basis van die argumenten zullen besluiten om een aantal
herindelingsvoorstellen opnieuw te bekijken. Het zou kunnen betekenen dat de herindelingsvoorstel
len rond Tilburg en Breda gezamenlijk worden ingediend. Misschien worden het twee gescheiden
wetsontwerpen die vrijwel tegelijkertijd worden ingediend. Dat zou ook zinvol zijn, omdat het
gaat om gebieden die aan elkaar grenzen en het ingrijpen in het ene gebied ook gevolgen kan hebben
voor het andere. In ieder geval hebben wij in de diverse gesprekken die we hebben gehad, ook
bij de bewindslieden, erop aangedrongen om vaart te maken met dat wetsontwerp. Overigens is
het zo dat, ook al zou men geen vaart maken, de datum toch vastligt op 1 januari 1997. Welke
procedure er ook wordt gevolgd, die datum halen we altijd. We kunnen in dat opzicht alvast
warmlopen voor gemeenteraadsverkiezingen omstreeks de maand oktober/november van het
volgende jaar.
De heer SCHRODER
De kadernota spreekt voor het eerst over de mogelijkheid van gesprekken met de buurgemeenten.
In het verleden deed u daar nogal schamper over, hoezeer onze fractie daar ook op aandrong om
juist die weg te bewandelen. Betekent dit dat u meer toenadering van de randgemeenten ziet, om
die onvermijdelijke lijn te gaan bewandelen?
De VOORZITTER
Het college deed daar nooit schamper over. We hebben een aantal keren mondeling en schriftelijk
andere gemeenten benaderd voor gesprekken en tot nu toe hebben we, met uitzondering van de
gemeente Teteringen, daar altijd "neen" op te horen gekregen. Met Teteringen hebben we nu
regulier overleg. We komen eens per twee drie maanden bij elkaar en er wordt op dit moment
ook al eenprojectorganisatieopgestart, die met name de problemen met Teteringen, samenvoeging
van apparaten et cetera, aan het doornemen is. Wij hebben op elk moment van de dag klaargestaan
om gesprekken aan te gaan met Nieuw-Ginneken en Prinsenbeek. Prinsenbeek heeft daar überhaupt