28 MAART 1995 159 nooit behoefte aan gehad, dat is op zich heel begrijpelijk. Met Nieuw-Ginneken waren we bijna zover, totdat de Staten van Brabant besloten om Ulvenhout alsnog toe te voegen aan de groene gemeente. Toen bestond er van de zijde van Nieuw-Ginneken geen behoefte meer om die gesprekken met ons aan te gaan. Ik heb al eerder in deze raad en in de commissie Algemene Zaken gezegd, dat je die gemeentebesturen niets kwalijk kunt nemen, want op het moment dat je nog een escape hebt uit het proces van de gemeentelijke herindeling, probeer je die te nemen. Dan ga je niet met de grote gemeenten rond de tafel zitten, want dan kun je je eigen positie ontkrachten. Zo werkt het in het politieke krachtenveld. Dat is ook de reden waarom die gesprekken tot op heden beperkt zijn gebleven tot de gemeente Teteringen. Ik kan gelukkig vaststellen dat de gesprekken met Teteringen in grote harmonie plaatsvinden en dat we over een groot aantal punten van gedachten kunnen wisselen en over de meeste punten ook overeenstemming met elkaar kunnen bereiken. Over de samenvoeging van stads- en streekgewest moeten we nog veel haast betrachten. De heer De Leeuw spreekt over een dood paard en moet je aan dat dode paard blijven trekken? Ik heb in de commissie Algemene Zaken geprobeerd aan te geven dat er voor het college een aantal redenen is waarom we nu anders tegen die samenvoeging van stads- en streekgewest aankijken dan wij de afgelopen jaren hebben gedaan. Er was in december 1994 sprake van een gewijzigde houding van het Bredase college van B&W. We hebben dat vastgelegd in een notitie en die notitie is ook in de commissie Algemene Zaken behandeld. Wat was de kern van het verhaal? Op dit moment vindt er bij het Rijk een koerswijziging plaats, waarbij hulpstructuren zoals de WGR en de WGR+ in ieder geval door het Rijk niet van taken worden voorzien. Ten tweede zou het grote stedenbeleid veel meer aandacht krijgen in het Kabinet, het regeerakkoord, maar ook in uitspraken van de Kamer. Er zou werkelijk een grote stedenbeleid gevoerd worden. Het derde verhaal was, dat in het kader van de gebeurtenissen rond Rosmalen en 's-Hertogenbosch, er in ieder geval sprake is van een opschaling van die herindeling en dit heeft dus ook gevolgen voor de positie van de grote stad ten opzichte van stads- en streekgewest. Zelfs als je niet zou komen tot een fusie zul je sowieso met elkaar moeten nadenken of in het kader van dat nieuwe bestel een stad als Breda nog een aantal taken gewestelijk moet doen of dat zelf moet doen. Dat was een koerswijziging van Breda en in dat opzicht heb ik ook in de laatste AZ-vergadering verteld dat de notitie van Vandevondervoort eigenlijk geen nieuws voor ons heeft bevat, omdat het drieschalenverhaal al bekend was en de koerswijzigingbij ons al had plaatsgevonden. De volgende stap is nu: eerst kijken naar wat de statenfracties afspreken bij het programakkoord. Als we zien wat er op dit moment op tafel ligt, dan is dat in ieder geval een voorstel waarin de Staten ten aanzien van de gedwongen oplegging van WGR-samenwerking, lees samenvoeging van WGR-gebieden, zeggen dat er een pas op de plaats moet worden gemaakt, hangende de discussie over de notitie van Vandevonder voort. Wij, als college, zijn voornemens eerst af te wachten wat er precies in het nieuwe programakkoord van de coalitiepartijen in de Provincie staat. Aan de hand van wat daar precies over wordt afgesproken, zullen we opnieuw moeten kijken wat er op het punt van stads- en streekgewest zou moeten gebeuren. In ieder geval is helder dat er een formeel besluit ligt waarin de Staten zeggen: de gewesten in Brabant moeten worden samengevoegd. Als de Staten iets anders willen, dan zal er helderheid moeten zijn en dan zal het Statenbesluit moeten worden ingetrokken c.q. moeten worden gemodificeerd. Met andere woorden: het wachten is op wat de Staten gaan doen. Overigens zullen de Staten zo'n besluit op dit moment niet intrekken, zo is de verwachting. De Staten zullen eerst wachten totdat Van de Vondervoort en Dijkstal met de Tweede Kamer hebben gediscussieerd over die notitie. En zo wacht half Nederland dus op de andere helft van Nederland en wij zitten op het eind van de rit. Dat betekent dat we in dat opzicht even moeten kijken wat de Provincie precies gaat doen. Maar het formele punt is dat de Provincie anderhalfjaar geleden een officieel Statenbesluit heeft genomen en dat dit besluit op dit moment het enige wetgevende is in de Provincie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 159