28 MAART 1995 161
geven aan het openbare ordebeleid en aan de veiligheid van de burger. Niet voor niets hebben
we een aantal jaren geleden hier in Breda bijna 1 miljoen gulden uitgetrokken voor de
reservepolitie. De reservepolitie, waarvan thans de eerste clubs zijn opgeleverd en die op dit
moment ook bij allerlei activiteiten, bijvoorbeeld in het kader van de handhaving van het
parkeerbeleid, wordt ingezet. Kortom, ik denk dat we er met elkaar niet over van mening verschil
len, dat openbare orde en veiligheid belangrijke zaken zijn. We hebben een paar maanden geleden
met elkaar in de commissie gesproken over de eerste opzet van een integraal veiligheidsbeleid.
De commissie Algemene Zaken heeft daar aan de hand van de kadernotitie mee ingestemd. Op
dit moment wordt gewerkt aan de verdere uitwerking van dat plan. Ik denk dat we over de mate
waarin we er prioriteit aan moeten geven, niet van mening verschillen. Het tweede punt is de vraag
of het college in het kader van de afwegingen, die wij hebben moeten maken over de te besteden
middelen, ook niet tot dezelfde afweging had kunnen komen als de uwe. En het college is duidelijk
tot een andere afweging gekomen. We hebben gezegd: geld dat we nog hebben voor nieuw beleid,
dat half miljoen, zou hiervoor natuurlijk kunnen worden ingezet, maar we hebben die keus op
dit moment heel duidelijk niet willen maken. Daarom hebben we de kadernota ook aan u
voorgelegd. Secundo hebben we daarmee ook gezegd dat we de middelen van BPC, want uiteraard
is die discussie ook in het college gevoerd, daarvoor niet wilden inzetten. Niet omdat wij niet graag
meer "blauw" op straat willen hebben, dat willen we allemaal, dus ook daar bestaat geen verschil
van mening over, maar wel omdat het college het in het kader van deze krimpende begroting niet
verstandig vond om op dit moment voor dat punt extra geld te reserveren. Dat daar in de raad
anders over wordt gedacht, respecteren wij op zich, maar wij zijn niet tot die afweging kunnen
komen. Er liggen nu twee zaken op tafel. Op de eerste plaats een amendement van de VVD ten
bedrage van zo'n half miljoen gulden, het stuk wat nu voor nieuw beleid in de kadernota staat;
ten tweede een motie van de drie coalitiepartners die vragen om toch een aantal politiesurveillanten
aan te stellen, waarbij dan een deel van het geld wordt geput uit het BPC-budget en een ander
deel van het geld wordt gehaald uit ruimte voor bestaand beleid. Allereerst iets over wat er
daadwerkelijk kan. De regio heeft voor het district Breda, dat zijn dus dertien gemeenten,
vastgesteld dat hier 7,5 FTE aan politiesurveillanten kan komen. Als je dat met twee vermenigvul
digt, zijn dat er vijftien. Dat is dus voor al die dertien gemeenten. Er is op dit moment al
liefhebberij van de gemeente Etten-Leur, ik hoorde dat ook de gemeente Chaam belangstelling
schijnt te hebben. Met andere woorden: we zullen dus binnen het district moeten gaan overleggen
welk deel Breda krijgt van die 7,5, zeg maar van die vijftien. Dat overleg moet eerst plaatsvinden,
dus het precieze bedrag dat we uiteindelijk nodig hebben valt op dit moment niet te becijferen.
Het ligt in ieder geval niet voor de hand om aan te nemen dat we het bedrag van een half miljoen,
dat de VVD daarvoor heeft uitgetrokken, ook helemaal kunnen besteden, want Etten-Leur heeft
sowieso al te kennen gegeven dat zij er geld voor heeft, dus het ligt voor de hand om ervan uit
te gaan dat we in ieder geval minder nodig hebben dan dat half miljoen. Of dat 300.000,- is,
of 350.000,— of 250.000,-- zal de discussie tussen de dertien gemeenten moeten leren. Daar
zal ook de politie, als het gaat om de inzet van die mensen, een oordeel over hebben. Want
uiteindelijk moeten we dat ook met de politie en het openbaar ministerie, in driehoeksoverleg met
elkaar bespreken. Als het gaat over de zeggenschap van de eventueel aan te stellenpolitiesurveillan-
ten is helder, dat die zeggenschap bij de gemeente ligt die het geld op tafel legt. Hetzelfde hebben
we destijds bepaald met de reservepolitie, dat hebben we herhaald toen we regiopolitie kregen.
De zeggenschap ligt bij de gemeente en dat betekent, als we zouden besluiten om geld voor die
surveillanten op tafel te leggen, dat we ook moeten praten over de taken die we dan doen. Als
we een positief besluit in deze zaak zouden nemen dan zullen we aan de hand van de notitie in
de commissie Algemene Zaken moeten praten over de vraag waar we die mensen daadwerkelijk
gaan inzetten. Dat doen we in de commissie Algemene Zaken, dat hoeft niet hier in de plenaire
raad te gebeuren. Dan het volgende punt. De verhouding tussen politiesurveillanten, vrijwillige