28 MAART 1995 171
mogelijke termijn tot een structuurschets te komen. De Provincie is nadrukkelijk betrokken bij
dat overleg en het is de bedoeling om rond de zomervakantie een soort risico-analyse afgerond
te hebben, waarbij wij exact weten welke aspecten wij allemaal tegenkomen. Het gaat niet alleen
over woonmilieus, maar ook over hydrologie, over bodemgesteldheid en al dat soort raakvlakken
die in het buitengebied aan de orde komen. De opzet is om vervolgens samen met de gemeente
Teteringen rond de jaarwisseling te komen tot een structuurschets. Dus net voor of na de
jaarwisseling willen wij proberen dat helder in beeld te brengen. Daarop zal de verdere plano
logische vormgeving plaatsvinden. Hoe gaat het met andere buurgemeenten? Andere buurgemeenten
zijn wat dat betreft wat afhoudend. In eerste instantie was er met Nieuw-Ginneken goed overleg
totdat, zoals de voorzitter net zei, er mogelijk weer wat lucht zat in de gemeentelijke herindeling.
Het overleg is toen opgeschort. En op dit moment probeert de Provincie alle mogelijke wegen
te bewandelen om in ieder geval met Nieuw-Ginneken de gesprekken weer vlot te trekken. Ons
lukt het op dit moment niet. Prinsenbeek, dat zal helder zijn, heeft geen enkele behoefte aan wat
voor overleg dan ook. Wat betreft de planologische taken die op ons afkomen, hoe kunnen wij
die allemaal aan? Ik denk dat wij die met z'n allen aankunnen en daar, waar wij dat niet kunnen,
constateren wij dat ook. Wij zullen zeker in overleg met Provincie en externen proberen daar invul
ling aan te geven. Het is natuurlijk wel zo dat bij de ontwikkeling van dit soort locaties weliswaar
de snelheid belangrijk is, maar nog méér de zorgvuldigheid. De gevoeligheid van de plekken,
waar wij op dit moment over praten voor woningbouwlocaties, is essentieel om op een gegeven
moment niet in een fout te belanden die mogelijk elders misschien is gemaakt. Het zijn gevoelige
locaties, je hebt met milieu-aspecten te maken en met de relatie grote stad-kleine kernen. Kortom,
dat kan geen proces zijn van doordraven en zorgen dat er iets komt. Het is een heel zorgvuldig
proces en het kan ertoe leiden
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Ik heb het ook niet gehad over doordraven, ik heb juist gezegd: men is jaren bezig en aan het eind
blijkt het niet goed te zijn. Wat doen wij daaraan?
Wethouder DE BRUUN
Ik wilde mijn verhaal even voortzetten. Dat betekent dus ook dat, waar je praat over uitbreidingslo
caties in bestaande gebieden, ik denk aan de Haagse Beemden, je eerst zorgvuldig moet afwegen
wat een verantwoorde afronding is van een bepaalde locatie. Je moet kijken welke grenzen je daarbij
kunt bereiken en dan is het geen verloren moeite om te kijken hoe je bepaalde waarden in bepaalde
gebieden kunt respecteren en daarmee toch een woningbouwlocatie van de grond krijgen. Ik denk
dat het essentieel is om vervolgens in overleg met de Provincie te kijken welke mogelijkheden
en onmogelijkheden er zijn om een volgende stap te maken in de planvorming. Het is nog niet
zo dat er uitgewerkte plannen liggen voor een uitbreiding van de Haagse Beemden of wat dan ook.
Het is een eerste studie geweest, een vlekkenstudie naar de mogelijkheden. Die is vervolgens
besproken met de Provincie, met name voor wat betreft de Haagse Beemden en wordt nu verder
vervolmaakt. Dat geldt natuurlijk ook voor andere gevoelige locaties waar je als gemeente
medepartij bent en randvoorwaarden moet stellen. De spoorzone is genoemd, de Oost- en Westflank
en de busbaan; dat zijn allemaal projecten die op grote discussies uitkomen en waarbij wij de
zorgvuldigheid nadrukkelijk in het oog moeten houden. De spoorzone, mevrouw Van Beusekom
kent niet minder dan wij de discussie die daar heeft plaatsgevonden, ook in overleg met de buurt.
Daar is veel kritiek uit voortgekomen. Wij willen dit goed behandelen en dat betekent dat wij aan
het kijken zijn naar de relatie met alle ontwikkelingen die in de toekomst mogelijk op ons afkomen:
hoe je met de spoorzone om zou moeten omgaan en welke randvoorwaarden je moet hanteren zodat
je niet gepasseerd wordt, om maar eens verkeerskundig te spreken, door anderen, die vinden dat
zij daar iets moeten doen. Daar wordt nadrukkelijk hard aan gewerkt.