28 MAART 1995 177 een kadernota. Ik ben overigens blij met algemene opmerkingen als het gaat om de plaats van de kadernota. De VVD noemt het zelfs een katalysator tot bestuurlijke vernieuwing. U begrijpt dat dat mij aanspreekt Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Kan het zijn? Wethouder VAN OS Ik denk dat we daar een uitdaging hebben, mevrouw Van Beusekom. Je kunt er heel lang over praten: wat nu eerst en wat niet eerst. Ik ben als penningmeester, zoals de voorzitter net zegt, blij dat we in ieder geval met deze kadernota een aantal kaders kunnen neerzetten om tot een sluitende begroting te komen. Want ik denk dat dit toch een essentiële voorwaarde is. Ook als we als gemeente Breda rechtop richting provincie en dergelijke met dit soort zaken willen blijven opereren. Als ik de bijdrage van Groen Links bekijk, zeker in relatie tot hun motie, dan zie ik eigenlijk alleen maar financiële wensen. Dat is voor mij ook de angst. Als je de kaders niet goed neerzet, waar kom je dan uit bij de begroting? Vandaar, dat het college toch deze kadernota presenteert. Gelet op de financiële positie zitten daar pijnlijke keuzes in. Dat heeft iedereen aangegeven. Het is ook duidelijk dat het voor een groot deel nog met kaasschaven plaatsvindt. Overigens moet er geen misverstand over over ontstaan dat er daarna geen aandacht meer zou kunnen en moeten zijn voor efficiency binnen de ambtelijke organisatie. Ik denk dat dit een voortdurende zorg is, maar dat is wat anders als kaasschaven. De voorzitter is ook enigszins ingegaan op de prioriteitendiscussie. Natuurlijk ligt er een bepaalde relatie met de begroting 1996 en de nog benodigde bezuiniging van 3 miljoen. Ik denk dat dat maar één element van de discussie is en dat element zal inderdaad ingevuld moeten worden in het korte traject wat het college heeft uitgezet. Die discussie willen wij van grof naar fijn met de raad voeren. Dat betekent dat wij ook het materiaal ervoor in eerste instantie op hoofdlijnen aan u zullen aanleveren. Vervolgens zullen we proberen in de maand mei ambtelijk in ieder geval verdere verdiepingen van die voorstellen aan te brengen, om die dan in juni met u te bediscussiëren, zodat het college een sluitende begroting 1996 kan maken. Dat het daar niet bij hoeft te blijven mag duidelijk zijn wat mij betreft. Er staan nog wat tranches 1997 in de kadernota aangegeven. Die zou u in de beschouwing kunnen betrekken. Dat het meerjaren- beeld wat mij betreft intenser veranderd zou kunnen worden naar aanleiding van de prioritei tendiscussie is ook duidelijk, denk ik. Er zullen zeker voorstellen in de discussie komen die veel meer tijd vragen dan realisering bij de Begroting 1996. Denkt u maar eens aan mogelijke privatiseringsopties. Dat betekent dat u gewoon veel meer tijd nodig heeft en dat zou De heer SCHRODER Ik begrijp inderdaad de gretigheid van de wethouder Financiën om te zeggen: lossen jullie mijn financiële problemen in de toekomst maar op in de takendiscussie. Maar ik denk toch dat verschillende deelnemers in hun eerste bijdrage te kennen hebben gegeven, dat die takendiscussie méér behoort te zijn dan een invulling van een aantal bezuinigingen. Niet concreet op korte termijn 3 miljoen, ook niet op langere termijn andere taakstellingendie ons nog te wachten staan. Begrijp ik uit de beantwoording dat Wethouder VAN OS Volgens mij zeg ik precies wat u nu ook zegt. Ik ben blij dat u mij herhaalt. Ik heb alleen gezegd, dat er in eerste instantie natuurlijk een bezuinigingsnoodzaak is. Overigens bereiken mij veel voorbeelden van andere plaatsen, waar die druk niet op de ketel is en waar de kerntakendiscussie verzandt. Anderzijds denk ik dat het daar niet bij moet blijven en dat we inderdaad over een heleboel onderdelen ook een principiële discussie met elkaar kunnen voeren. Dat kan meer opleveren dan 3 miljoen. Als het meerjarenperspectief blijft zoals het er nu staat, kunt u ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 177