28 MAART 1995 178 de daadwerkelijke discussie oud voor nieuw of nieuw voor oud, net hoe je dat wilt noemen, met elkaar voeren, denk ik. De heer SCHRODER Maar ten principale gaat het erom: wilt u inderdaad meer inzetten of zegt u: als wij de 3 miljoen maar binnenhalen en volgend jaar nog wat extra's dan zijn wij al content. Wethouder VAN OS Nee, ik geef u aan dat wij meer inzetten en dat het aan u is om daar met ons de discussie over te voeren. Alleen geef ik u ook voorbeelden aan waarin, als er geen bezuinigingsdruk op ligt, er ook echt niks uitkomt, laat dat ook heel helder zijn. Ik begrijp de zorgen over lopende bezuinigings rondes, maar ik mag u ook wijzen op de Begrotingen 1994 en 1995, waar we proberen echt handen en voeten aan te geven. Dat loopt wat ons betreft nog op schema. Dat wil niet zeggen dat daar zo af en toe geen pijnpunten uitkomen. Het meerjarenperspectief, daar zijn ook verschillende opmerkingen over gemaakt. Dat hebben wij zo goed mogelijk ingeschat, ondanks allerlei onzekerheden, die ook door verschillende fracties naar voren zijn gebracht. Wij zijn niet verrast in de termen, zoals de VVD die schetst in haar betoog. Wij zijn wel eerder geconfronteerd met deze bezuinigingsopties voor 1996. Dat was eigenlijk een breuk in de lijn die tot nu toe vanuit het Rijk richting gemeente gepresenteerd werd. Om het financieel beleid ook op langere termijn een goede bodem te geven, vindt u ook in deze kadernota een aantal voorstellen. De algemene reserve wordt op peil gebracht, een aantal voorzieningen dat niet toereikend was, is eveneens op peil gebracht en we hebben geprobeerd om het totaalbeeld naar u zo helder mogelijk te maken, als het gaat om het aantal risico's dat we op verschillende terreinen lopen. Ook wij onderschrijven het belang van investeringen en wij willen u wijzen op het concept-investeringsprogramma en ook op het feit dat we de reserves zodanig hebben gescreend, dat we ook over de rentebijdrage met u willen discussiëren hoe wij die tot investeringsbijdrage zouden kunnen omzetten. Anderzijds hebben wij overheidsreserves heroverweegbaar gemaakt om de discussie met u rond de kerntaken zo breed mogelijk te maken en die ook echt te kunnen voeren, voordat alles geblokkeerd is. Overigens is die screening heroverweegbaar en niet gebaseerd op verplichtingen en definitieve besluiten van de raad. Dus ik begrijp niet precies de vraag van de CD A-fractie, die daarover is gesteld. Als het gaat om de begrippen planning en controll, ik neem dat maar als samenvatting van een aantal opmerkingen die zijn gemaakt, dan denk ik dat de gemeente Breda al goede stappen gezet heeft. Wij hebben inderdaad een output-begroting en wij hebben tijdige jaarrekeningen. Ik denk dat het zicht van de raad op het financiële reilen en zeilen van de gemeente Breda wel degelijk is toegenomen. Ik denk dat dat ook door meerdere fracties in het verleden is uitgesproken. Dat wil nog niet zeggen, ook in reactie op de VVD, dat we er al zijn. Het mag duidelijk zijn dat niet voor niets door het college in eerste instantie een discussie in de commissie Middelen is aangekondigd over planning en controll en het eindbeeld dat wij daarbij zouden hebben. Ik zal niet verhelen, dat dat niet beperkt kan blijven tot de commissie Middelen want dan zou het weer tot een financiële discussie vervallen en dat lijkt mij niet de bedoeling. Daarin komt de koppeling beleid en middelentoewijzing nadrukkelijk aan de orde, want daar gaat het om en wat dat betreft denk ik dat het goed is, dat de begroting en de kadernota inderdaad de momenten zijn om die totale overweging te maken. Dat wil niet zeggen, dat het niet moeilijk blijft om effectiviteit op bepaalde terreinen meetbaar te maken, maar ik denk dat we die discussie niet uit de weg moeten gaan. En ik denk dat we in de discussie ook aandacht moeten schenken aan de vraag van de CD A-fractie: wat verwacht je van een jaarrekening, welke waarde mag je daaraan toekennen en welke plaats neemt de accountant in dat geval in? Naast het feit datje dan over instrumentontwikkeling praat, mag ik u niet verhullen dat het ook uiteindelijk nog maar een instrument is. Dat het natuurlijk ook gaat over de vraag hoe dat dan in een organisatie door het college en de raad gebruikt wordt. Wat dat betreft zal er in de commissie Middelen van 2 mei ook een aantal voorstellen liggen over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 178