28 MAART 1995 180 Wethouder VAN OS Nee, toen was u er niet. De heer SCHRODER Nee, maar we hebben vorig jaar, toen de crisis zich aandiende, aardig ingezet, juist om met name eens te kijken naar het cultuurbeleid. Wethouder VAN OS Maar ik probeer de uitgangspunten die de raad in oktober 1992 heeft vastgesteld nog steeds voor elkaar te krijgen. Dat is ook de reden dat het college dat probeert in te vullen en onderhandelingen in het openbaar hierover kunnen niet. Als u ddt geen argument vindt, dan houdt de discussie met elkaar snel op. Aan de andere kant denk ik dat het college in de besloten vergadering van de com missie juist over een aantal richtingen van die onderhandelingen steeds met de raad van gedachten wisselt. Dat wordt ook meegenomen in het onderhandelingsproces en ik denk dat het ook zo moet. En als u dat in de openbaarheid wenst te trekken, zult u daarmee hetproces behoorlijkbemoeilijken. De heer SCHRODER De voorzitter van deze raad gaf daarstraks een handreiking richting onze motie, als ik dat tenminste juist invulde. Ik heb nog gereageerd, dat we toch vrij dichtbij elkaar zitten. Neemt u daar afstand van of Wethouder VAN OS Nee, daar neem ik geen afstand van. Ik vul alleen exact het voorbeeld in dat de voorzitter gaf: als je het hebt over onderhandelen en de financiële positie van de gemeente en dat is in dit verband in mijn ogen volstrekt aan de orde, heb ik geen behoefte aan uw motie op dat gebied. U zult begrijpen dat, gelet op het begin van mijn betoog over de positie van de kadernota en de financiële randvoorwaarden, wij ook geen behoefte hebben aan uw amendement om dat af te zwakken. Wethouder GIELEN Voorzitter, ik kan me beperken tot een drietal opmerkingen die door diverse fracties zijn ingebracht. Allereerst het Bredaas Museum. Door CDA en D66 is de vraag gesteld over zicht op de verdere fasering van verhuizing van het Museum naar de Chassé-kazerne. Ik heb recent in de commissie OCE toegezegd dat er van mijn kant een notitie in de commissie zal worden aangeleverd. In die commissie zal ik volledig ingaan op de stand van zaken omtrent de verhuizing en de eerste openstell ing van het Bredaas MuseumDoor de heer De Leeuw is gevraagd of het voor gezamenl ijk gebruik van het pand wellicht mogelijk is om partners te vinden. Ik kan u melden dat er op dit moment ambtelijk al gesprekken hebben plaatsgevonden. Ik ga nog deze week in gesprek met diverse initiatiefgroepen, die zich geïnteresseerd hebben getoond in een gezamenlijke invulling van de Chassé-kazerne, vanzelfsprekend in goed overleg met de directeur van het Bredaas Museum. Ook door CDA en D66 is er iets gezegd over PARA. Ik denk dat iedereen op dit moment blij is met de oplossing die in zicht is. Ik denk dat ook een compliment richting medewerkers van PARA op z'n plaats is. Dat heb ik ook richting bestuur van PARA gedaan. Zij hebben in dit lange traject op een uiterst professionele wijze de gang van zaken benaderd en meegedacht over de uiteindelijke oplossing. Het vervolgtraject is dat PARA zal worden betrokken bij de verdere ontwikkeling van het Chassé-terrein. Over de concrete invulling vinden met ingang van volgende week, gesprekken plaats met het bestuur van PARA. Bij het punt van mevrouw Heerkens over het werkgelegen heidsbeleid en de economische ontwikkeling daarbij, wil ik graag verwijzen naar het onlangs tot stand gekomen regionaal actieprogramma. Lokale overheden, het bedrijfsleven en een groot aantal kennisinstitutenhebben in dit REAP concrete afspraken gemaakt op het gebied van die economische structuurversterking, die uiteindelijk moeten leiden tot een sterke werkgelegenheidsimpuls.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 180