29 MAART 1995 185 De heer AD ANK Ik ga daar niet op in. Voor Groen Links en voor de VVD is duidelijk dat de vorm belangrijker is dan de inhoud. De coalitie heeft gekozen voor de inhoud en voor snel zakendoen, zodat inhoud en duidelijkheid gegeven kan worden aan de doelstellingen die wij hebben. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Aan de inhoud ontbreekt ook het nodige, maar daar komen we straks graag op terug. De heer ADANK Over de Onroerend Zaak Belasting hebben wij aan het slot van onze algemene beschouwing in de eerste termijn kort het woord gevoerd. Wij zijn gelukkig met de opmerkingen van het college, middels de wethouder Middelen, dat er in de commissie ruimte moet worden gevonden, in het traject naar de begroting om verder te discussiëren over datgene wat wij op tafel hadden liggen. Wij willen onze medewerking verlenen door daar ten aanzien van de dekking nog met de wethouder over te spreken. Wij houden overigens overeind wat wij eerder op tafel hebben gelegd naar aanlei ding van de nominale ontwikkeling. De wethouder sprak even over de gemeente Nieuw-Ginneken. Diezelfde problematiek doet zich natuurlijk ook voor in Prinsenbeek, waar we vanmiddag nog geïnformeerd hebben en waar, gelet op de herverdeling van het Gemeentefonds en de relatie tot de O.Z.B., het een en ander staat te gebeuren. Alleen heeft daar men de zaak gefaseerd in tien jaar. Het lijkt me wat prematuur om te zeggen: Nu moeten wij maar gaan verhogen als we daar ook naar toe gaan. Ik denk dat we daar nog eens goed naar moeten kijken. We hebben niet in eerste instantie gezegd dat wij, gelet op de positie van de randgemeenten, dat voorstel op tafel hebben gelegd, óók voor onze eigen burgers. Dan zou het best kunnen zijn, als je praat over herindeling en over grootschaligheid, dat we dat in gezamenlijkheid doen, maar ik denk dat die discussie en de consequenties best gevoerd zal kunnen worden in de commissie Middelen. Wethouder VAN OS U heeft met deze opmerking ook rekening gehouden met de negatieve gevolgen van het Gemeentefonds van Prinsenbeek: 800.000,-- negatief. De heer ADANK Ik herhaal de opmerking van het slot van mijn eerste betoog. De middelen die op deze wijze vrijkomen, zouden we willen besteden in aanvulling op de bevriezing van de O.Z.B. die voorop staat, om onverantwoorde ombuigingen achterwege te laten. Dat waren mijn opmerkingen in relatie tot de taakstelling en de ombuigingen in de kadernota. De heer DE LEEUW Het is wel gewichtig vanavond, heel gewichtig. Dank u voor de beantwoording in eerste termijn. Het betekent voor ons in ieder geval dat wij in de tweede termijn niet zo veel zaken meer in te brengen hebben. Een paar punten willen wij er nog uit halen, wat krenten uit de pap zoals dat heet. In de eerste instantie zijn wij blij te constateren dat de raad zo breed achter de oprichting van een Volkshuisvestingsfonds staat, iets dat destijds door D66 is ingebracht. Wij wensen dan ook dat dit terugkomt bij de kerntakendiscussie, omdat het fonds natuurlijk nog gevuld zal moeten worden. Over de politie en de BPC-gelden zijn wij duidelijk geweest. Wij hebben in eerste termijn heel duidelijk gemaakt dat het veiligheidsgevoel en het veiligheidsbeleid in Breda langs verschillende sporen zouden moeten gaan. Wij hebben gewezen op toezicht, op de BPC en op de omstandigheden. De BPC is gisteren een beetje onder druk komen te staan, leek het wel. Wij hebben heel duidelijk gekozen voor helderheid: gebruik die gelden daarvoor. Zoals mevrouw Heerkens ook in eerste termijn tijdens de discussie zei: daar waar je "blauw" op straat zet, kun je dat ook in preventie omzetten en heeft het die taak dus ook voor een deel. Wat ons betreft betekent dit als blijkt dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 185