29 MAART 1995 187 De heer DE LEEUW Goed overleg met elkaar en graag ook een keer luisteren, mevrouw Van Beusekom, en iemand uit laten praten als u daar dan Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Tsjonge, ik krijg wel lessen vanavond... De heer DE LEEUW Dat scheelt de helft misschien, ja. Maar het zou ook verstandig zijn om daarna een keer te luisteren en u weet heel goed uit het verleden dat onze deur wat dat betreft open staat en dat zal die blijven staan. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Toen ik vannacht thuis kwam, heb ik echt gedacht: dat was het dan weer. Fractievoorzitters of plaatsvervangers lezen hun betogen voor, het college geeft daarop antwoord, deambtenarentribune zit vol, wat ik heel prijzenswaardig vind, en enkele doorzettende burgers op de publieke tribune. Je zou toch echt verwachten dat het college zich aan het warm lopen was voor het publieke debat bij de kerntakendiscussie. Wethouder Van Os bevestigde juist onze stelling dat kadernota en begroting als katalysator moeten dienen voor bestuurlijke vernieuwing. Als die overtuigingen er echt bij het college zijn, dan zou je toch al enige damp moeten zien opstijgen, want de Tweede Kamer en de gemeenteraad zijn toch de politieke smaakmakers. Maar het merendeel van de antwoorden was als vanouds. Ontwijkend, verhullend, problemen onderschattend, het lijkt wel of de raad bezorgder is dan het college. Sterker nog, dat de raad meer inzichtheeft in de problemen dan het college. Het lijkt echt of het college in een andere wereld verkeert dan de raad. Waar is de communicatie? Ik denk dat wij vaker dan het college de gevulde dossiers van burgers zien die ontstaan uit correspondentie met de gemeente over vaak zeer luttele zaken. Ook als wij de beant woording van de artikel 48-vragen zien: eveneens verhullend, ontwijkend en wat erger is, soms zelfs onjuist. En dan geeft het vragen, dan geeft het stellen van de vragen vaak meer voldoening dan het lezen van het antwoord. Terwijl toch het omgekeerde het geval zou moeten zijn. Verklaart dat misschien ook de vele artikel 48-vragen? Er ontstaat geen echte communicatie met het college, maar wel met de ambtenaren die naar behoefte, als het hun uitkomt, hun straatje bij de beant woording kunnen schoonvegen. Als wij spreken over het ambtelijk apparaat als instrument of als obstakel, dan drukken wij daarmee een gevoel uit, dat wij niet verder kunnen of willen expliciteren, maar het is er wel. En wij willen u daarvan deelgenoot maken. En dat gaat verder dan de positie van het management nog eens bezien, zoals wethouder Van Os antwoordde. Wij hopen, dat het stellen van artikel 48-vragen en het uiten van gevoelens van onrust, ondanks de beantwoordingen of de reacties, iets in beweging brengt, waarvan op langere termijn of indirect iets waarneembaar wordt. Als dat zelfs niet het geval is dan is het pas écht triest en dat is de politiek en onze democratie naar onze mening nietwaardig. Feitelijkzoudenwij eens een communicatiedeskundige onze vergaderingen moeten laten bijwonen en ook het vraag- en antwoordspel via artikel 48, want dat is het helaas geworden, vrezen wijWij zouden ze moeten laten lezen en na een halfjaar verslag moeten laten uit brengen. Het zou, denk ik, onthutsend zijn. De VOORZITTER Daar hebben we toch De Stem voor, voor de communicatie en deskundigheid in Breda? Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX O, als u ze meteen extern wilt aanstellen, dan is dat ons goed. Maar dit was algemeen en buitengewoon gemeend. Ik weet ook wel datje daar nog heel hard voor moet schoppen, voordat dat verder gaat werkenMaar nu weer terugAan de hand van de beantwoording door de voorzitter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 187