29 MAART 1995 189 De VOORZITTER Als we er een leuke vergadering van willen maken, is het beter als erover wordt gediscussieerd. U mag zelf kiezen. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik voel mezelf geen katalysator. Dat wil ik de kadernota en de begroting laten zijn. Ik wil mezelf er een beetje buiten houden. Ik wil alleen één reactie geven op de heer De Leeuw. Die zegt zo mooi: alles wat over is, en dan heb ik het even over die amenderende motie, maar die noemen ze motie want ze weten niet precies hoe in te breken in die tekst, dus alles wat over is gaat naar reserve nieuw beleid. Dus het budget moet hoe dan ook geplunderd worden van de BPC, maar de heer De Leeuw zegt toch dat die BPC ongelooflijk belangrijk is. Ik vind dat leuk, ik onthoud die dingen en ik ben benieuwd wat we daar mee gaan doen. Wij willen nu even verder ingaan op de door het college gegeven antwoorden, of waren het antwoorden van een groep portefeuille houders, waar overwegend deelbelangen domineren. Soms kregen wij namelijk die indruk. Want als ik hoor dat Den Haag meer oog begint te krijgen voor het grote stedenbeleid, de sociaal- economische samenhang en een sterke positie van de grote stad, dan betekent dat naar de mening van de VVD, dat kwalitatieve structuur en ontwikkelingsplannen voor Breda moeten worden gepresenteerd, waarin we kunnen laten zien dat we een visie daarop hebben. Dat gaat enkele stappen verder dan de wat ingekleurde vlekken, waar mogelijk woningbouw en bedrijventerreinen kunnen worden gesitueerd. Zo'n stedelijk ontwikkelingsplan zou moeten laten zien hoe wij de duidelijke karakter- en landschapverschillen in Prinsenbeek, Teteringen en Bavel hanteren, zodat illustratief wordt dat een verschuiving van de rand naar de stad een heel aantrekkelijke transformatie kan zijn. En dan kunnen wij zo'n proces niet rijmen met de woorden van wethouder De Bruijn die zegt, ik haal maar even de steekwoorden naar voren, het is allemaal moeilijk, herindeling, grote onzekerheid, ingewikkelde grondhoedanigheden, als het moeilijk wordt dan helpt de Provincie wel, geen zorg over woningbouwlocaties, het komt allemaal tijdig voor elkaar. En dat zouden wij dan ook moeten af Wethouder DE BRUIJN Bij interruptie: ik heb het gevoel dat door het kort samenvatten van mijn betoog mogelijk wat misverstanden ontstaan in de interpretatie van de samenvattingdie mevrouw Van Beusekom geeft Ik heb nooit gezegd dat dat allemaal tijdig voor elkaar komt. Ik heb namelijk geen tijdstip genoemd en ik heb ook aangegeven dat, als het moeilijk wordt, we de hulp van Provincie inroepen en dat het een specifiek onderwerp is wat niet in zijn algemeenheid geldt, want moeilijkheden kunnen wij ook best zelf aan. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik vind het heel prettig om te horen dat de wethouder niet heeft gezegd dat het allemaal tijdig voor elkaar komt. Want ik vind het helemaal niet erg als iemand dingen erkent. Ik vind het veel erger als iemand dingen niet ziet. Als iemand erkent en zegt, dat hij helemaal niet heeft gezegd dat het tijdig voor elkaar komt, dan vind ik dat een overwinning. Daar kunnen we over praten en dan ga ik nog even verder. Wat er allemaal gebeurt zouden we moeten afleiden uit het gepriegel in de Haagse Beemden, dat kennelijk als een stedebouwkundige proeftuin dient. Dan zegt de wethouder dat er niets mis is als er iets grondig onderzocht wordt. Nee, natuurlijk niet, daar is niets mis mee, maar als het gelijk door de commissie wordt afgeschoten en daarna door de Provincie dan is er wel degelijk iets mis. De verhalen over de Vuchtpolder zijn ook niet bepaald optimistisch. Dit is geen oppositioneel geluid, maar werkelijke bezorgdheid. Wij zouden die in iedere vorm uiten. Wij denken ongevraagd mee en wij vinden het prima als er toch kleine dingen veranderen. Wij hoeven de appreciatie niet, wij knallen dat er gewoon uit. Wij zijnuitermate bezorgd en wij vinden dat het tot nu toe vaak gepriegel isAlles wat ik nu genoemd heb, staat haaks op wat een groeiende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 189