29 MAART 1995
192
bij de kerntakendiscussie, en dan kijken we wel verder. Dat is nu juist waar we voor vreesden.
Dat biedt te weinig garantie voor een evenwichtig
Wethouder VAN OS
Mevrouw van Beusekom, het wordt wat vervelend vanaf deze collegetafelAls u het gezellig vindt,
ga ik gewoon door. Ik heb dat niet in deze bewoording gezegd. Ik heb gezegd, dat één van de
inzetten bij de kerntakendiscussie moet zijn dat we moeten komen tot een sluitende begroting.
Dat wordt ook altijd door uw fractie bevestigd. Het is een eerste aanzet. In eerste termijn kan er
veel meer uitkomen. Daar zetten we de discussie op voort. Dus niet zoals u het nu verwoordt.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Nee, maar wij hebben natuurlijk wel oren. Wanneer de nadruk valt op eerst de 3 miljoen halen,
dan verder eens kijken en samenvattend een verhaal waar gemeenten, in nog grotere moeilijkheden
dan wfj al verzanden, dat zei u ook eerlijk, daar heb ik veel aan. Maar het is ook het vertalen van
woorden en u heeft het volste recht om terug te komen op datgene wat u zegt, toch heeft het een
andere
Wethouder VAN OS
Ik kom niet terug op mijn woorden.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Nee, u herhaalt ze op een manier zoals ik ze fout aangehaald heb in uw ogen, uw goed recht. Maar
wij herhalen het zö en wij hopen dat wij geen gelijk hebben en dat het anders gaat, want wij zijn
wederom bezorgd. Want wij vinden dat veel te weinig garantie voor een evenwichtige priori
teitsbepaling voor de langere termijn en bij ongetwijfeld verdere kortingen. Dus als u dadelijk
zegt: hoe haalt u het in uw hoofd, dat is niet de bedoeling, we gaan er hard tegen aan, dan juichen
wij. Bovendien, als we nu al zeggen: die taak gaan we niet doen, dan gebeurt dat lang niet in alle
gevallen van de ene op de andere dag. En 1997 is dichterbij dan u denkt. En een Sociaal Statuut
is dus ook al op korte termijn aan zijn einde. Daarom onze vraag: moeten we de kerntakendiscussie
niet fundamenteler voeren en ambtenaren voor de lange termijn de zekerheid geven hoe er met
eventuele boventalligheid wordt omgegaan? De VVD-fractie is het overigens niet eens met het
college dat het met de O.Z.B. en met het algemeen prijs- en tarievenstelsel wel meevalt in Breda.
De inwoners, dat heeft u dus wel gezegd
Wethouder VAN OS
Nee, dat heb ik ook niet gezegd. U weet net zo goed als ik dat Breda in de Top 15 staat, en dat
het natuurlijk niet aantrekkelijk is. Maar u kent ook de financiële positie van deze stad, en dat
is de reden waarom het college in deze kadernota iets gezegd heeft over de nominale aanpassing.
Maar dat de lastendruk als het even kan omlaag moet, daar vragen ook de CDA en VVD om, en
het staat in het programakkoord. Dat zouden wij graag willen nastreven.
Mevrouw Van BEUSEKOM-NIX
De inwoners en de bedrijven van Breda voelen deze lasten wel degelijk en hebben niet alleen bij
ons, maar ongetwijfeld ook bij u hun klachten neergelegd. En het zou wel eens de kant op kunnen
gaan dat het eindpunt voor de uitkomst uit de O.Z.B. niet aan de waarde van het woningbestand
gekoppeld gaat worden maar aan het aantal woningen. En zo zie je maar weer, het draait allemaal
rond. U dacht: God, waar begint de VVD-fractie aan, alles heeft te maken met de woningbouwloca
ties en dat was het hart van het verhaal, denk ik. Hier ligt onze grootste zorg, want hoe je het ook
draait of keert: Breda zal bouwen, bouwen en nog eens bouwen.