29 MAART 1995 200 gaan voeren over die intergemeentelijke samenwerking in relatie tot de gemeentelijke herindeling. Want ook dat terrein is toe aan een heroriëntatie, dus ik wil in ieder geval ondersteunen wat de heer Adank daarover naar voren heeft gebracht. Dan een opmerking over het volkshuisvestingsbe leid. Wat het grondbeleid betreft heb ik wethouder Van Dongen goed begrepen dat de systematiek van de normkosten voor de sociale woningbouw gewoon gehandhaafd blijft? Voor wat betreft de motie van Groen Links die nu geparkeerd wordt, denk ik dat het heel goed is dat door het college wordt uitgesproken, dat er natuurlijk ook zorg gaat in de richting van Westeinde. Ik vind dat we geen verwachtingen moeten wekken dat de lage huren die daar nu gelden op dat niveau kunnen worden gehandhaafd, maar ik denk wel dat we inspanningen moeten plegen om dat zoveel mogelijk te benaderen. Natuurlijk moet ook hier een discussie worden gevoerd hoe we verder gaan met die wijk. Aan de ene kant of je de eenzijdige opbouw van de wijk handhaaft, of datje aan de andere kant toch probeert een gedifferentieerde opbouw te stimuleren, maar dat laat onverlet dat een financiële injectie noodzakelijk is voor het resterende deel, dat er sowieso blijft aan sociale woning bouw Ik denk dat de corporaties op dit moment initiatief aan het ontwikkelen zijn. Ik heb begrepen dat men dat doet door uitvoering van woningen in eigen beheer, door een referentiewoning. Ik heb begrepen dat er een aanbod ligt vanuit de corporaties om risicodragend over te gaan tot het aankopen van gronden, met name om de projectontwikkelaars tegen te gaan en straks in die uitleggebieden niet als mosterd na de maaltijd te komen en met lege handen te staan. Ik denk dat je gezamenlijk als gemeente en corporaties zou moeten kijken hoe je ervoor kunt zorgen dat de sociale sector in die uitleggebieden in ieder geval voldoende kan worden gerealiseerd en dat de corporaties ook voldoende mogelijkheden krijgen. De heer VERPAALEN Ik heb gisteren getracht uiting te geven aan onze zorg dat dit college te weinig oog heeft voor de belangen van de Bredase burgers. Ik ben ook nu nog ongerust daarover. Ik heb voorts te kennen gegeven dat ik deze kadernota, zowel wat betreft beleid als de financiën, beneden peil vind. Ik wil nog een paar opmerkingen maken. Ik kan mij aansluiten bij het betoog van mevrouw Van Beusekom, zeker bij wat zij opmerkt met betrekking tot het schrijven van brieven ex artikel 48. Er zijn opmerkingen gemaakt over de geheimhouding De heer SCHRODER Welke bedoelt u, mijnheer Verpaalen? Bedoelt u dat u ook meer plezier hebt in het vragen stellen dan in de beantwoording? De heer VERPAALEN Soms wel ja, ja, ja. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik heb de toevoeging gedaan dat ik dat een trieste ontwikkeling vind. Ik vind het heel triest De heer VERPAALEN Het is natuurlijk triest dat die brieven geschreven moeten worden, mevrouw. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Dat vind ik ook. Want ik denk dat niemand weet hoe inspannend dat kan zijn, maar ik vind het heel triest dat je daar energie insteekt en dat je dus, wil je niet ten onder gaan, dan denkt: mijn vragen waren toch leuker dan het antwoord, want dat stelt niks voor. Dat vind ik triest. Maar ik heb dat wel in een democratische context gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 200