29 MAART 1995 203
het nog minder is, dan moeten wij toch een oplossing vinden voor de precieze verdeling tussen
de post onvoorzien en de post BPC Maar ik stel voor dat we dat in de commissie afwerken. Ik
ben blij met de opmerking van de heer De Leeuw. Ik vind dat een kernopmerking in het kader
van het hele debat, dat het feit dat we deze middelen nu gebruiken voor meer "blauw" op straat
niet een verkeerd signaal mag zijn dat het verder maar klaar moet zijn met de BPC-activiteiten.
Ik sluit me ook namens het college aan bij de opmerking van de heer De Leeuw dat de diensten
met volle kracht vooruit aan de gang moeten blijven met hun BPC-activiteiten, die ook per dienst
in hun eigen begroting moeten worden gefinancierd, zoals het gaat met de vorming van integraal
beleid. Nog even over de herindeling en over de samenvoeging. In de eerste plaats de herindeling.
Ik denk dat wij het graag eens zijn met de heer Adank als het gaat over het feit dat die grootschalig
heid toch met het kleinschalige te combineren is. Het is natuurlijk zo dat die grootschaligheid,
ook daar waar dat in de praktijk tot herindeling heeft geleid, absoluut niet betekent dat de
kleinschaligheid daarmee verloren gaat. Kijkt u naar Princenhage: daar ziet u dat de gemeenschap
compleet cultureel, maar ook sociaal zichzelf is gebleven nadat men bij Breda kwam en dat gebeurt
al zo'n dikke 40 jaar. De vraag hoe we het bestuur van die nieuwe gemeente Breda zo dicht
mogelijk bij de burgers kunnen houden, zal voor een deel worden beantwoord in het kader van
de discussie over het stedelijkbeheer. We zullen straks ook moeten praten over de manier, waarop
we met die nieuwe gemeente omgaan. Krijgen wij die districtsposten, meldposten, wat gaan we
aan gemeentelijke taken decentraliseren? Dat kan pas gebeuren op het moment dat we echt inzicht
hebben in welke gemeenten we erbij krijgen. Dan zullen wij zo snel mogelijk met de commissie
Algemene Zaken in de eerste instantie, daarna ook met de andere commissies in de slag moeten
over hoe we die nieuwe structuren gaan opzetten. Mevrouw Heerkens heeft daar het afgelopen
jaar in de commissie Algemene Zaken een aantal keren aandacht voor gevraagd en daar kan dus
gevolg aan worden gegeven op het moment dat we precies weten waar we aan toe zijn. Dan nog
even in de richting van de heer De Leeuw over het dode paard, een stokpaard is inderdaad een
dood paard. Ik ben blij dat hij in mij in ieder geval een levende berijder ziet. Zo wilde ik het
voorshands nog even houden. U weet dat de heer Schroder de vorige keer nog in AZ en ook
gisterenavond een discussie heeft gevoerd, waarin hij veronderstelde dat de burgemeester als
portefeuillehouder niet aanspreekbaar is. Ik heb dat staatsrechtelijke misverstand, dacht ik, al bij
hem weggepoetst, tijdens die AZ-vergadering. Daarom verbaasde het mij dat, waar hij toen
instemde met mijn redeneringdie gisterenavond weer opnieuw opgeld deedVoor de burgemeester
geldt hetzelfde als voor de wethouders. Het enige wat u niet kunt doen, is hem wegsturen. Het
kan wel, maar dat is wat lastig
De heer SCHRODER
Ik heb dat gisteren verbreedIk heb voorgesteld om met name op ditpunt een functionele commissie
in het leven te roepen met een verantwoordelijk wethouder, maar
De VOORZITTER
Nee, maar het principepunt is of er verantwoording wordt afgelegd aan de raad. De burgemeester
legt over al zijn taken, zelfs die rechtstreeks in de wet aan hem zijn opgedragen en de extra taken
waartoe het college heeft besloten, verantwoording af. Dat beleid kan worden afgekeurd of worden
goedgekeurd. Als u er niet tevreden over bent, dan kunt u een motie indienen en dan kunt u mij
alle taken afpakken, behalve de wettelijke taken.
De heer SCHRODER
Mijn insteek, gisterenavond, was toch dat die zaak richtinggevend nooit in de raad is geweest.
Het sluit wellicht een beetje aan bij de discussie die wij onlangs hebben gevoerd over stads- en
streekgewest, of daar de wethouder met een advies van de raad op pad moet gaan, dan wel op
eigen houtje, gehoord hebbende wat er in de commissie ongeveer besproken is. Ik denk dat wij