29 MAART 1995 205 met de brede ondersteuning en de zorg. Ik denk dat wij die niet aan elkaar moeten bevestigen, maar aan de slag moeten gaan met de invulling van de lijnen van dat Volkshuisvestingsfonds. We komen daar voor de zomervakantie op terug. Voor de grote vakantie van dit jaar zullen we ook praten over de uitkomsten van het woningmarktonderzoek, zoals dat op dit moment gehouden wordt en waarbij we gelijk het Meerjarenprogramma woningbouw aan de orde zullen stellen. Bovendien kunnen wij dan gelijk eens kijken wat er de afgelopen jaren gerealiseerd is en ik denk dat dat in de richting van Groen Links en mogelijk in andere richtingen nog weieens tegen zou kunnen vallen. Ik denk dat we dan pas zeker weten wat de behoefte is en hoe we daar mee moeten omgaan. Op dit moment via een motie al bepaalde percentages noemen vind ik op z'n zachtst gezegd enigszins voorbarig. Ik stel voor om die discussie gewoon aan te gaan bij het Volkshuisvestingsfonds om ook te weten wat wij feitelijk kunnen. Wij weten niet hoe, zegt de heer Schroder. Op dit moment hebben wij weinig instrumenten in handen om de volkshuisvesting te kunnen sturen, voorzover het nog geaccepteerd zou worden, dat wij sturen op de volkshuisvestingsmarkt. Een van de weinige instrumenten is door middel van het VolkshuisvestingsfondsTripartiete afspraken, overeenkomsten met marktpartijen, zouden een oplossing kunnen zijn, waarbij je heel voorzichtig moet zijn. Houten is niet de eerste gemeente die dat doet, de gemeente Amsterdam heeft met het Java-eiland daar een schitterend voorbeeld van neergelegd. Maar je moet wel oppassen datje de goedkope woningbouw niet afhankelijk maakt van de marktsituatie van de duurdere woningbouw want dan zouden we ons op middellange termijn weieens fors in de vingers kunnen snijden. Het is wel een aspect dat meegewogen moet worden. U heeft vast de discussienota Grondbeleid gelezen; daarin wordt ook het een en ander over samenwerkingsverbanden opgemerkt. Ik denk dat dat soort zaken allemaal op een rij gezet zullen worden in het kader van de volkshuisvesting naar het jaar 2000. Tot slot de mobiliteit. Wellicht heb ik mij gisteren wat kort door de bocht uitgedrukt. Wij hebben niet de intentie onderschreven om een apart fonds voor de mobiliteit te beginnen, maar wel de noodzaak om op een gegeven moment bij de aanpak van mobiliteit aan te geven wat wij doen, helder maken wat er gebeurt in het Bredase. Dat moet helder voor het voetlicht worden gebracht, alsmededesamenhangtussendeverschillendebeleidsmogelijkhedendiewijalsgemeente hebben. Ik denk dat het belangrijk is om dat in beeld te brengen en daaraan ook te koppelen de discussie over mogelijke meerjaren-investeringsplannen want dan weten wij exact waar wij het over hebben. Wethouder VAN DONGEN Aansluitend bij de opmerking van de heer De Bruijn over de relatie grond en woningbouwprogram ma, proberen wij, dat heb ik gisterenavond ook gezegd, er in het kader van ontwikkelingslocaties naar te streven om de strategische locaties zelf te kunnen ontwikkelen. Op welke manier en tegen welke prijzen wij dat doen gaan wij niet in deze raad met elkaar bespreken, maar wel op basis van de inschatting die wij doen bij de jaarlijkse vaststelling van het aankoopprogramma, of de inschatting van de prijzen leidt tot een ontwikkeling, die ook voor de sociale woningbouw tot sluitende exploitaties leidt. Dat is niet altijd gemakkelijk. Die discussie hebben wij ook al gehad over verschillende terreinen en tot welke bandbreedte en prijzen dat leidt, zullen wij op een andere plaats met elkaar bespreken. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Even testen of ik goed geluisterd heb. Het is dus zo, dat u bevestigt dat de geruchten waar zijn en dat er dus hogere prijzen betaald worden door de gemeente Breda. Dat wordt dus niet tegengesproken, integendeel, het wordt bevestigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 205