30 MAART 1995 232
dat de gemeente de onrust, die is gecreëerd door verkeerde argumenten van de actiegroep, dit
heel duidelijk moet proberen recht te zetten bij de mensen. Ik vind tegelijkertijd ook dat de gemeente
een taak heeft in voorlichtende zin, dat ze moet aangeven hoe bewoners kunnen handelen als ze
merken dat inderdaad die stringente milieuvoorschriften niet worden gehanteerd, bijvoorbeeld
middels de klachtenprocedure of de klachtenlijn.
De heer VERPAALEN
Toen ik de toelichting op dit voorstel las, heb ik mij geërgerd aan wat men zei over artikel 30
Wet Ruimtelijke Ordening. In de toelichting staat dat er geen termijnen worden genoemd en ik
meen dat er wel degelijk termijnen worden genoemd, namelijk er worden twee vereisten gesteld:
dat het binnen een jaar moet geschieden nadat het goedkeuringsbesluit onherroepelijk is geworden.
De eerste vereiste is derhalve dat het besluit onherroepelijk is. Zolang er procedures lopen is het
besluit niet onherroepelijk en kan er derhalve geen bestemmingsplan worden vastgesteld. En dat
heeft te eerder maken met eerbied voor de rechterlijke macht en voor de gerechtelijke autoriteiten
en dat is geen gewoonte, maar dat is een kwestie van politesse, van beschaving. De gemeente Breda
echter wil zich klaarblijkelijk op het standpunt stellen: wat de rechter te zijner tijd beslist daar
hebben we lak aan, wij doen wat wij willen. En ik meen dat een dergelijk standpunt onjuist is en
dat het ook in een eventuele procedure onmiddellijk onderuit zal worden gehaald. Uw raad zal
een herzieningsplan wel kunnen vaststellen op dit moment wanneer er volledig tegemoet zou worden
gekomen aan de bezwaren of, en dat zou een andere mogelijkheidzijn, wanneer u heel uitdrukkelijk
in uw besluit zou vastleggen dat dit besluit alleen maar kracht krijgt op het moment dat de hoogste
rechter uitspraak heeft gedaan en alle bezwaren ongegrond zal hebben verklaard. Zolang die
voorwaarden er niet instaan, meen ik dat je, gewoon op juridische gronden, niet voor het voorstel
zoals het thans voorligt kunt stemmen.
Mevrouw CROFT-MITTELMEUER
"Een sterke landbouw in de landgoederenzone is zeker in de eerste fase van essentieel belang om
ongunstigeontwikkelingenvanuitdestadtevoorkomenmethettegengaanvanspecifiekestadsrand-
activiteiten als autosloperijen, opslag van oude materialen en dergelijke." Ik heb het niet zelf
verzonnen, maar dat heeft de gemeente gedaan in het Haagse Beemden-plan Buitengebied januari
1978. En dat schetst eigenlijk wel een beetje de situatie waar we vanavond mee zitten, namelijk
de grote ommezwaai die gemaakt is sinds 1978. U heeft allemaal de folder kunnen krijgen Haagse
Beemden Groenstad. En waar gaan we nu mee beginnen? We gaan er nu afvalverwerkers wegzetten.
Ik zou zeggen, zo'n beleid is niet consistent. In 1978 roep je het ene en in 1995 doe je iets heel