30 MAART 1995 236
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 30 maart 1995 ter behandeling van het
voorstel "Vaststelling bestemmingsplan Achter Emer, herziening 1994";
overwegende dat:
het bestemmingsplan Achter Emer direct grenst aan de landgoederenzone;
vaststelling van dit bestemmingsplan het knelpunt rond de verplaatsing van NAC oplost;
onderzoek van de gemeentelijke werkgroep de dato december 1992 aantoont dat er maximaal 2,5
ha nodig is voor onordelijke bedrijven en er geen uitbreiding op de lange termijn wordt verwacht;
besluit:
in het bestemmingsplan Achter Emer maximaal 1,3 ha onordelijke/afvalverwerkende bedrijven
in diverse categorieën toe te staan conform het bestemmingsplan uit 1990;
deze bedrijven te situeren in het oostelijk deel van het plan met een minimum afstand van 100
meter tot de weg Achter Emer en de weg naar het gemaal (het gebied omsloten door Weidehek
en Markhek op het noordelijk plandeel);
een bufferzone te realiseren waarbij minimaal het minimummodel B wordt genomen indien het
voorkeursmodel A wordt afgewezen.
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: