26 JANUARI 1995 23 door mij over gesproken. Het referendum is voor de VVD principieel geen zaak die in deze gemeente zou moeten plaatsvinden. Wij achten onszelf en dat misschien in tegenstelling tot de heer De Leeuw, volwassen genoeg om beslissingen te nemen en beslissingen te durven nemen. Wij hebben de indruk dat wat er thans gaat gebeuren een uitvloeisel is van het onzalige, aangescherpte of bijgestelde programakkoord van september 1994. De heer DE LEEUW Bij interruptie. Vindt u het onvolwassen om een besluit te nemen om te komen tot een referendum? Is dat een onvolwassen besluitvorming? De heer MEEUWISSEN Wij zijn principieel tegen een referendum. Op het moment dat wij een besluit gaan nemen over de locatie van dit zwembad vind ik onszelf en dan praat ik uiteraard over de VVD-fractie en niet over uw fractie, mans genoeg en volwassen genoeg om die beslissing te durven nemen. De heer DE LEEUW U noemt het mooi in één adem. Dat u er principieel op tegen bent, daar kan ik mij iets bij voorstellen. Maar dat het onvolwassen zou zijn om zo'n voorstel te doen en dus ook een uitspraak van de burgers te vragen in dezen, daar ben ik het niet mee eens. De heer MEEUWISSEN Wij praten hier over een referendum. Ik wil niet al te zeer ingaan op de inhoud van dit referendum, want wij zijn principieel tegen het referendum, maar u verleidt mij toch om er iets over te zeggen. Wij vinden wanneer je als gekozene hier zit namens de burgers van Breda, zoals dat zo mooi heet, dat je dan ook je ook je verantwoordelijkheid moet durven nemen op een goed moment en dat je moet zeggen: er is lang genoeg over een zwembad gesproken, allerlei opties hebben de revue gepasseerd. Het is eigenlijk wel duidelijk wat de voorkeurslocatie van de raad is, dat weet u net zo goed als ik. Maar er is een heuse trofee door D66 binnengehaald bij de nieuwe programbespre kingen, namelijk het houden van een referendum. Wat leuk, dat kunnen wij mooi combineren met het zwembad, want dan kunnen wij de burgers ook nog het gevoel geven dat ze wat te zeggen hebben. Dat hebben ze, want iedere vier jaar zijn er verkiezingen en derhalve is het voor ons duidelijk dat dat referendum overbodig is. Wij praten hier over een planologische beslissing, een beslissing met een grote invloed en dan gaat het eigenlijk niet aan om te zeggen: mensen, stem er maar eens over, wie wil dat zwembad het liefst voor zijn deur hebben, of wie wil het het liefst niet voor zijn deur hebben? Want daar gaat het nu over. De raad is voor ons de aangewezen instelling om die beslissing te nemen. Daar komt bij dat dit referendum natuurlijk een referendum met een wat vage status is. Het CDA is wat onduidelijk. Ze zijn wel voor het referendum, dat zullen ze wel moeten, want dat is afgesproken in september, maar wat er met de uitslag wordt gedaan dat bekijken ze nog wel. Dat heeft mevrouw Boidin letterlijk gezegd. Mevrouw Boidin heeft gezegd dat de grootst mogelijke meerderheid van de fractie zich bindt aan de uitslag van het referendum, maar ze heeft ook gesteld dat de raad het laatste woord houdt. En terecht mijns inziens. Echter dat maakt het hele referendum weer overbodig en dat maakt het tot een farce. Eigenlijkheb ik daarmee over het referendum genoeg gezegd, trouwens ik wil nog wel wat zeggen over de vraagstelling. Ik ga niet in op de vraagstelling an sich, maar wel op het feit dat er twee locaties worden voorgeschoteld. Het Van Sonsbeeckpark, dat lijkt mij vrij logisch gelet op de discussie in de raad, én zowaar de Lunetstraat. Nou is mijn geheugen best wel goed en ik kan mij herinneren dat er een jaar geleden een portefeuillehouder Zwembaden was die zei dat hij het niet zou meemaken dat er in de Lunetstraat een zwembad zou komen. Hij is op dit moment geen portefeuillehouder Zwembaden, maar hij is nog steeds lid van het college. Wat is er gebeurd met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 23