30 MAART 1995 252 en wij gaan het allemaal weer een keer herhalen. Ik zal het dus zelf ook proberen in de tweede termijn kort te houden. Reagerend op de moties: de moties betreffen eigenlijk twee zaken. Ten eerste: hoeveel han stellen wij nu beschikbaar voor die afvalverwerkende bedrijven? Duidelijk is uit de beantwoording geworden en ook uit de stukken die ter visie liggen dat er 2XA ha zeker op een heel korte termijn nodig is. Voorts zit er dan een marge in, waarvan je kunt zeggen: hoe hard ligt die overige 1 xk ha? Daar is wat twijfel over. Dat proef ik ook een beetje uit de discussie. Ik denk dat wij juist met Ruimtelijke Ordening bezig zijn om te proberen niet alles ad hoe te regelen, als er op dit moment iets nodig is dan gaat dat precies zoveel vierkante meters uitmeten en dan doen wij dat zoIk denk dat wij voor wat betreft de bestemmingsplannen een beleid maken voor een wat langere termijn. Maar tegelijkertijd moet je het natuurlijk niet zien als een blanco cheque, je verbindt er ook voorwaarden aan. Op zich vind ik het plan zoals het nu voorligt en ook met de daarin genoemde aantallen, aanvaardbaar. Sympathiek sta ik ten opzichte van de vragen zoals die door mijnheer Sinke zijn gesteld: kunnen wij daarbij betrokken worden? Ik vraag mij wel af hoe sterk dat nu juridisch is. Want wij stellen nu een bestemmingsplan vast, maar welke mogelijkheden heb je dan later nog om op een gegeven moment te weigeren, want er is in dat bestemmingsplan 4 ha ruimte. Bestuurlijk vind ik dat toch een beetje moeilijk. De heer SINKE Bij interruptie. Het is natuurlijk ook zoeken naar een oplossing om nog eens goed te kunnen praten over dat meerdere boven die 2V2 ha zonder datje zegt: ik wil dat nu blokkeren. Want dat houdt in feite de motie in dan blokkeer je het absoluut. En dat gaat ons te ver. Maar wij willen nog graag iets meer invulling hebben over dat restant, of eventueel nog boven de 4 ha. De heer VAN DE STEENOVEN Ik zei al, ik sta sympathiek tegenover die gedachte, maar wij wachten de beantwoording af. Derhalve heb ik aan die bepaling in die motie geen behoefte. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Bij interruptie. Ik denk dat wat mijnheer Sinke voorstelt mogelijk is, met bijvoorbeeld de gronduitgifte. Je hoeft niet alle grond direct te verkopen. Je kunt ook zeggen: zodra er grondver- koop boven die 2>h ha plaatsvindt dan komt dat in de commissie SGM of SO, als je daar een combinatie van wilt maken, en op dat moment kun je zeggen; ja of neen tegen de grondverkoop. En dan houd je dat toch in eigen hand.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 252