30 MAART 1995 271
De heer MAAS
Bij de grote reorganisatie van vorig jaar heeft het college ervoor gekozen om de ooit roemrijke
Milieudienst, de heer Van Fessem sprak daar ook al over, op te splitsen en een deel onder te
brengenbij de dienst Stadsbeheer. Ditwas ingegeven door het streven een scheiding aan te brengen
in beleid en uitvoering. Doel was het overblijvende deel van de Milieudienst te regionaliseren.
De regionale Milieudienst is er tot op heden, tot groot genoegen van mijn fractie, niet gekomen.
Mijn fractie wil dat de raad zelf verantwoordelijk blijft voor het Bredase milieubeleid. Inmiddels
heeft, zo bleek uit de behandeling van de kadernota, de fractie van D66 zich aangesloten bij het
uitgangspunt dat gemeentelijke taken, gecontroleerd door een rechtstreeks gekozen orgaan, de
raad, beter niet kunnen worden afgestoten naar een gewest. Wat dat betreft maakt mijn fractie
kennelijk school.
De heer DE LEEUW
Ik wil daarop reageren, voorzitter. Daar zijn wij altijd mee begonnen, zo zijn wij die discussie
ook altijd ingegaan en dat weet de voorzitter ook heel goed. Waarschijnlijk vanwege het feit dat
de legitimatie wat dat betreft nou niet meer op korte termijn kan, ofwel dat dat moeilijk wordt,
hebben we dat wat extra aangezet.
De heer MAAS
Die regionale Milieudienst is er dus niet gekomen en wat overbleef was een zeer kleine dienst
met alleen beleidstaken, gehuisvest op zes kilometer van het Stadskantoor. Geen ideale situatie.
Toch was het voor mijn fractie, voor de Bredase milieugroepen en voor het personeel van de dienst
zelf schrikken, toen het college met het voorstel kwam de dienst op te heffen, of zoals het college
dat zegt: te integreren. Is dit de nekslag voor het Bredase milieubeleid? Mijn fractie heeft hierover
schriftelijke vragen gesteld. Uit de beantwoording van die vragen is gebleken dat er aan de positie
van wat gaat heten de vakdirecteur Milieu niet wordt getornd. De vakdirectie Milieu kan haar
functie als kritisch geweten blijven vervullen. In de commissiebehandeling is naar aanleiding van
de vragen toegezegd dat het woord Milieu terug zou komen in de naam van de nieuwe dienst. De
heer Van Fessem heeft daar ook het een en ander over gevraagd. Ik zou nogmaals het college de
suggestie willen doen om de dienst de volgende naam te geven: Ruimtelijke Ordening en Milieu,
ROM. Ik hoop dat ik daar vanavond nog antwoord op krijg.