9 MEÏ 1995
285
heeft naar ons inzicht echter geringe affiniteit met het terrein en geeft beperkte ruimte aan andere
gebruikers. Het gebruik van de indeling in kamers doet ons sterk denken aan de kamers in
Amersfoort en de juwelen in Delft, maar niet aan de kenmerken in Breda. De grote ondergrondse
parkeergarage in het plan Proper/Stok geeft ons aanleiding te vrezen voor slechte sociale veiligheid
en daarmee een zeer onaantrekkelijke uitstraling naar toekomstige gebruikers, bewoners zowel
als binnenstadbezoekers. De in de notie aangehaalde voorgestelde maatregelen stellen ons in dit
opzicht niet in het minst gerust en ook niet de beantwoording van het college, dat dit in de
samenwerkingsovereenkomst zal moeten worden afgedekt. Nog steeds zien wij geen zodanige
fysieke mogelijkheden dat deze zorg kan worden weggenomen, zonder dat het plan wezenlijk in
de opzet wordt aangetast. Wij stellen vraagtekens bij de invulling van de commerciële ruimte in
het plan Proper/Stok en zien niet duidelijk hoe dit zich verhoudt met de ontwikkelingsplannen
voor de binnenstad en de oost-west-flank. Met betrekking tot het verschil in behoud van bestaande
bebouwing, wijzen wij erop dat de suggesties in het plan Geerlings/Wilma voor het Nonnenveld
niet binnen het competitie-gebied vallen, en dus niet moeten worden meegewogen. Wat ons des
te meer overtuigt is het positieve advies voor het plan Geerlings/Wilma van de Bond Heemsschut,
welke tot doel heeft historische belangen te bewaken. De keus in het plan Proper/Stok voor de
bouw van 846 woningen heeft als consequentie dat er sprake is van een zo grote bebouwingsdicht
heid, dat het op dit moment onduidelijk is of dit aantal als realistisch kan worden ingeschat.
Daarnaast is er sprake van een erg onevenwichtige verdeling van woningtype naar prijsklasse.
Bij hetplan Geerlings/Wilma valt deze verdeling zeer evenwichtig te noemen en gunstig bij komend
effect is de opname in dit plan van focus-woningen en gezinsvervangende huisvesting. Het plan
Proper/Stok is niet flexibel. Gefaseerde bouw kent problemen vanwege de voorgestelde
parkeerconfiguratie. Mede in dit verband, met een nieuw beslissingsmoment nadat eenderde van
de bouw zal zijn afgerond, zien wij hier onvoldoende manoeuvreerruimte. Het plan van
Geerlings/Wilma daarentegen kent in de opzet een grote mate van flexibiliteit en als één van de
delen in dit plan zou vallen, hoeft dit niet direct een planomvattend domino-effect tot gevolg te
hebben. Wij hebben ook zorgen bij het plan Proper/Stok over de consequenties voor het beheer
van de openbare ruimte. Verwacht wordt dat het plan extra kwetsbaar zal blijken te zijn voor
onvoldoende onderhoud en beheer. Dit heeft gevolgen voor de woon- en verblijfswaarde van het
terrein. Ons laatste maar niet minst belangrijke punt is de waarde die volgens ons moet worden
gehecht aan adviezen van de diverse deskundigen, en zeker aan de rapportage van de commissie
van drie. Deze zijn vrijwel unaniem van mening dat het plan Geerlings/Wilma als beste plan uit
de bus komt en hebben grote twijfels bij de kwaliteiten van het plan Proper/Stok. Weliswaar komt
het plan Proper/Stok als eerste naar voren bij de inspraak van diverse belangengroeperingen en
bij de enquête, maar ook hier bekleedt het plan Geerlings/Wilma een mooie tweede plaats.
Samenvattend komen de overwegingen neer op de volgende gebieden: het campus-model, een
grote ondergrondse parkeergarage met zijn problemen, de commerciële ruimte, invulling van het
Nonnenveld, het groot aantal woningen, flexibiliteit en domino-effect, beheer van de openbare
ruimte en de adviezen van de diverse deskundigen, specifiek de commissie van drie. Naar aanleiding
van de mening van de grootste meerderheid van onze fractie, zal de fractie dan ook een motie
indienen met een betekenis conform dit verhaal.
De door D66 ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE
De leden van de raad der gemeente Breda;
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;