9 MEI 1995 290
stellen de raad voor om te besluiten als volgt:
de raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders over de invulling van het Chasséterrein en
het daarop ingediende amendement;
besluit:
het college van burgemeester en wethouders op te dragen het ontwikkelingsvoorstel van
Geerlings/Wilma nader uit te werken om te komen tot een ontwerp-samenwerkingsovereenkomst;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer SCHRODER
Ik zal namens mijn fractie aanzienlijk minder woorden nodig hebben dan de vorige twee sprekers,
dus wat dat betreft kunnen we wellicht 21.00 uur ruimschoots halen. Allereerst zal ik niet ingaan
op een kwalitatieve, inhoudelijke beoordeling van de plannen Koolhaas en Proper/Stok, om reden
dat in verschillende commissievergaderingen een kwaliteitstoetsing al uitvoerig aan de orde is
geweest. Mijn fractie heeft zich daar bij meerdere gelegenheden over uitgelaten en laat ik er vooral
geen doekjes om winden dat mijn fractie een voorkeur heeft voor het plan Bhalotra. Die voorkeur
is in het verleden uitgesproken. Wat er is gebeurd, is dat we daar vanavond zeker niet op voorhand
op terug willen komen. Echter, de discussie zoals die is gevoerd, de nadere studies die zijn verricht,
de nadere informatie die is aangereikt, zelfs nog, laten we dat ook niet ontkennen, nadere
berichtgeving vanuit het plan Geerlings/Wilma, toezeggingen, concessies die zijn gedaan,
garantstellingen die al of nietzijn afgegeven, gaven onze fractie aanleiding om toch nog eens serieus
de beide plannen tegen het licht te houden. Vooropgesteld: de procedure zoals die in deze zaak
door de raad in 1994 is vastgesteld, verdient bepaald geen schoonheidsprijs. Er is, zo begrijp ik,
naar de ratio van het raadsbesluit van maart 1994, gemikt op een procedure waarbij één plan met
kop en schouders boven de rest uit zou steken. Dat plan zou het moeten worden, en met dat plan
zou verder gegaan worden in de richting van een samenwerkingsovereenkomst. De afgelopen
maanden hebben duidelijk gemaakt dat we afstevenen op twee plannen, beide kwalitatief uitermate
hoogwaardig. Niet alleen een erkenning vanuit onze fractie, een erkenning, denk ik, breed in de
raad gevoeld, in ieder geval óók gelet, op de eerdere beantwoording van het college, door het
college als zodanig ervaren. En dan laat ik nog maar de adviescommissies, die op de plannen hebben
ingesproken, buiten beschouwing. Beide plannen, plan Geerlings en plan Proper/Stok passen binnen
het programma van eisen. En dan herhaal ik maar wat in de laatste commissievergadering vanaf
de collegetafel is gezegd. Toch lopen de standpunten die door de verschillende fracties zijn
ingenomen dwars door de raad heen, lopen zelfs door verschillende fracties heen, zoals we hebben
kunnen merken. Ze lopen ook dwars door de verhouding tussen oppositie en coalitie.
De heer DUBBELMAN
Je mag niet alles over een kam scheren.
De heer SCHRODER
Ik stel vast dat in ieder geval verschillende fracties verdeeld stemmen, mijnheer Dubbelman. Het
is natuurlijk niet verrassend, ik kan onmiddellijk terug reageren waarom er binnen coalitieverband
zo'n sterke verdeeldheid is ontstaan op dit punt, maar het lijkt me een beetje flauw om daar nader
op in te gaan. Wat ons betreft, een nadere invulling, een nadere uitwerking van het plan Bhalotra
zal er zeker moeten komen, gelet op de discussie die de afgelopen maanden is gevoerd. Maar zeker