9 MEI 1995 302 Als je ziet wat hier allemaal gedaan wordt voor de centen dan heb je toch die indruk. De VOORZITTER U kunt burgemeester van Breda worden. De heer BOER Alstublieft niet voorzitter, is er een vacature dan? Maar 23.000.000,- mijnheer de wethouder van Financiën, is een groot verschil in dit soort plannen. Dat lijkt me in ieder geval zeker. Daar ging het dan om. Ja, daar hadden we het over. Wethouder VAN OS Neen, dat is een heel andere opmerking De heer BOER Natuurlijk. Hoe is het mogelijk dat een zo gerenommeerd bedrijf zoveel duurder kan zijn dan de concurrent? Dat was, zoals ik eerder gezegd heb, al mijn eerste twijfel nadat ik oorspronkelijk voor Bhalotra had gekozen. Het plan van Bhalotra is immers een schattig plan. Na diep graaf- en spitwerk bleek het echter op tal van plekken behoorlijk fout te zitten. De ondergrondse garage heb ik al genoemd. Daarbij komt nog 12.500 m2 gemengde bebouwing tegen een prijs van 850,-- per m2. Ateliers moeten dat worden, maar dan moeten de kunstenaars minstens van Picassoklasse zijn om de huur te kunnen betalen. Detailhandel staat haaks op het structuurplan en kan dus niet. Bovendien moet er dan een infrastructuur zijn voor aan- en afvoer. En dat geldt ook voor grootschalige detailhandel zoals Ikea, dat kan dus helemaal niet. Kantoren dan, maar Breda barst al van de kantoorruimte en zó erg, dat overwogen wordt om die om te bouwen tot studentenhuisves ting, Die komen we te kort, maar woonruimte van 850,— per m2 kan geen student opbrengen. Wie neemt dan straks het risico? Breda? Als de garage vervalt en de gemengde bebouwing vervalt ook, dan vervalt ook het voordeel van 23.000.000,— en volgens mijn berekeningen kom ik uit op een verlies van 9.000.000,—. U kunt twijfelen aan mijn berekeningen, maar die zijn echt goed. Zou het college zó besloten hebben als die cijfers eerder bekend waren geweest? Zou het dan nog steeds voor Bhalotra gestemd hebben? De burgers wisten ook hier niets van, omdat het allemaal geheim gehouden moest worden. Daarom zitten wij nu met ons probleem. Wij moeten dat wèl meenemen in onze besluitvorming. Tenslotte nog de procesgang zelf. Op 29 maart 1994, 27 dagen nadat de zittende raad een enorm pak slaag heeft gekregen van de kiezers, besluit de oude raad om de nieuwe raad in het Chasséterrein-debat volledig buitenspel te zetten. Politiek gezien buitengewoon onfatsoenlijk. Zoiets doe je niet. Of heeft de oude raad, versuft van de nederlaag, niets in de gaten gehad? Zijn zij ook gestuurd? Nu zitten we ermee. Hoewel, in de procedure staat niets geregeld indien de raad het niet met de voorlopige keus van het college eens is. Een klungelige procedure trouwens, want de ene keer staat er gemeentebestuur, dat zijn wij, de raad dus, en de andere keer staat er het college. Dat wordt zomaar verward. Toch zit er een verschil. In de oude raad misschien minder, maar in de nieuwe raad wel. De stemverhouding ligt nu totaal anders, zeker bij deze discussie. Zelfs het college is verdeeld. Terugkomend op de procedure echter zijn wij van mening dat het gevoelen van de commissie niet goed is uitgewerkt en dat bij het in meerderheid niet eens zijn met de voorlopige keus van het college de prijsvraagpro cedure eindigt. Alles is dan weer open, ook een hernieuwd onderzoek naar de twee hier besproken plannen. Wij zijn het absoluut niet eens met de juristen van de gemeente, die beweren datje dan niet nogmaals met de ingebrachte plannen verder kunt. Dat staat nergens. De nieuwe raad heeft dan haar rechten weer terug, die haar door de oude raad ontnomen waren. Zo hoort dat ook te zijn. De twee voorliggende plannen moeten opnieuw worden bekeken tegen het licht van het aangevulde programma van eisen en opnieuw worden doorgerekend. Indien daaruit geen duidelijk beeld komt en de stemming praktisch weer gelijk zou zijn dan geven wij de voorkeur aan een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 302