9 MEI 1995 303 referendum, opdat alle en ik leg de nadruk op alle burgers van Breda over zo'n belangrijk onderwerp als het Chasséterrein hun mening kunnen geven. De heer HEEREN Wat de invulling van het Chasséterrein betreft, hoopt de CD-fractie dat de raad vanavond tot een verantwoorde beslissing komt. Daar heeft de Bredase burger recht op. In uw voorstel vraagt u om akkoord te gaan met een voorlopige keuze. Maar volgens mij bestaat er geen voorlopige keuze. Je bent ergens voor of je bent ergens tegen. En wat het plan Proper/Stok betreft met een ondergrondse garage, daarop heeft de CD in het verleden al de nodige kritiek gehadOp dit moment is de CD-fractie daar nog zeer huiverig voor, maar mooier zou zijn als de Bredase bevolking via een referendum haar wensen kenbaar kan maken over welk plan het meest nodig is. Hier wil ik het bij laten. De VOORZITTER Het is bijna 20.55 uur dat lijkt me een mooi moment om wat koffie te drinken, dan kunnen de wethouders zich voorbereiden op een antwoord. Ik schors de vergadering tot 21.30 uur. PAUZE De voorzitter heropent de vergadering Wethouder DE BRUIJN Een vervolg vanavond op de discussies die we in de commissies diverse malen hebben gevoerd over de uiteindelijke keuze, althans een vervolgfase over de invulling van het Chasséterrein. Een tussenfase in dit gevaldie de commissies aan de raad hebben gegeven in het kader van de procedure zoals die vastgesteld was in het programma van eisen in maart 1994. Het gevoelen van de commissie zou getoetst worden en het is nu aan de raad om dat gevoelen te toetsen. Dat betekent dat wij er in ieder geval bij de discussie over de uiteindelijke invulling van het Chasséterrein ook na vanavond nog niet zijn, maar dat wij de vervolgfase verder inhoud kunnen gaan geven. Diverse sprekers zijn ingegaan op het belang van deze fase in het besluitvormingsproces om in ieder geval te weten hoe wij in hoofdlijnen gaan kijken naar de invulling van dit terrein. Dat betekent dat de discussie zich met name toespitst op de kwalitatieve aspecten van de verschillende plannen die er liggen. En, net zoals in de commissies, is dat een discussie geworden die zich met name toespitst op een tweetal plannen. Dat zijn plannen waarvan het college, de heer Schroder heeft dat aangehaald, in ieder geval constateert dat die beide hoogwaardig van kwaliteit zijn. Uiteraard, en dat is vanavond ook gebleken, kan daar verschil van mening over zijn. Het is ook nooit een objectief criterium, het is natuurlijk ook een subjectieve afweging van de verschillende kwaliteiten in de verschillende plannen. Het kan zelfs leiden tot intersubjectiviteit, maar nooit tot objectiviteit wat betreft de beoordeling van deze plannen. Het betekent in ieder geval dat de discussie wat het totale college betreft niet een zwart-wit discussie is. Ook dat hebben we getracht aan te geven in het voorstel en de begeleidende notitie, die door het college aan u is gestuurd. Het is helder, dat heb ik net al aangegeven, dat de beide plannen waar de discussie nu over gaat, waardering verdienen, een waardering voor de kwaliteit, waarnaar men gekeken heeft en zoals men die heeft neergelegd in een visie voor de invulling van het Chasséterrein. De heer BOER Bij interruptie. U zegt dat de beide plannen ter discussie staan en bij ons is de hele tijd de gedachte dat er maar één plan ter discussie staat, waar je alleen maar vóór of tegen kunt zijn. Wethouder DE BRUIJN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 303