9 MEI 1995
304
Ik volg de discussie een beetje in deze raad, ik weet niet of u dat doet, maar ik heb hem gevolgd
en ik constateer dat er twee plannen ter discussie staan. En ik heb ook aangegeven dat het voorstel
van het college ligt zoals het er ligt. Maar ik moet constateren in de discussie die u voert en die
u als raad naar zich toegetrokken heeft via de commissie, dat die over een tweetal plannen gaat.
Dat constateren we toch samen hoop ik. Helder is ook in de discussie die u gevoerd heeft en die
ook in de commissie aan de orde is geweest, dat het plan wat gekozen zal worden en waar het
college in ieder geval in grootst mogelijke meerderheid zijn voorkeur voor heeft uitgesproken,
de visualisering is van de visie die neergelegd is op de terreinen. Dat betekent natuurlijk niet dat
er een voorlopig ontwerp, laat staan een definitief ontwerp ligt, maar dat er nadrukkelijk een visie
neergelegd is met uiteraard alle mitsen en maren die aan een visie nog kunnen zitten. Mevrouw
Van Beusekom heeft er verschillende aangehaald en heeft ook geconstateerdhet plan dat gekozen
wordt zal in ieder geval nog verdere uitwerking behoeven. Dat beseft het college ook nadrukkelijk.
En de meerderheid van het college constateert dat, gegeven de inhoudelijke afwegingen zoals die
in de notitie zijn opgesteld, in ieder geval het plan Bhalotra het meest kansrijk wordt geacht, met
name vanuit de inhoudelijke visie die er ligt. Uiteraard behoeven de afwegingen die het college
daarbij heeft gebruikt niet de afwegingen te zijn die u als raadsleden neerlegt. Dat betekent dat
de weging zoals het college die heeft aangegeven, mevrouw Van Beusekom is daar met name op
ingegaan, nadrukkelijk een eigen weging is, die u zelf ook moet stellen. Het college heeft
aangegeven welke aspecten bij de inhoudelijke discussie over de beide plannen aan de orde zijn
geweest, wat zij als positieve en negatieve punten of kanttekeningen van beide plannen heeft
beoordeeld en heeft daar vervolgens haar conclusie uit getrokken. Wat betreft de verdere invulling
in relatie tot het programma van eisen en in relatie tot het bestemmingsplan, ook daar is het college
van mening, met diverse sprekers van u, dat ook daar nog de nodige bijstellingen zullen moeten
plaatsvinden. U weet dat uw raad nog niet zo lang geleden een besluit heeft genomen om PARA
een mogelijkheid te bieden voor een locatie op dit terrein. Dat is besluitvorming die uw raad
genomen heeft, dat zal dus in ieder geval opgenomen moeten worden. Dat betekent ook dat de
verdere invulling van het plan zoals hier voorgelegd wordt, ook nog nadere invulling dient te krijgen
en dat zou betekenen op basis van randvoorwaarden die we verder met elkaar afspreken. De heer
Van de Steenoven en ook de heer Sinke hebben onder andere aangegeven dat er nogal wat
randvoorwaarden zijn, waarmee we rekening moeten houden bij de verdere uitwerking van de
plannen. Dat zal nadrukkelijk als leidraad door het college bij de verdere uitwerking meegenomen
worden.
De heer BOER
Even voor de duidelijkheid. Kunnen die randvoorwaarden in strijd zijn met de voorwaarden zoals
die bij de prijsvraag zijn geweest? Want dat is natuurlijk heel belangrijk.
Wethouder DE BRUIJN
Mijn collega constateert dan, net wat ik ook gezegd heb, blijkbaar is er een randvoorwaarde die
uw raad heeft toegevoegd die niet in het oorspronkelijke programma van eisen stond. Bijvoorbeeld
PARA. Dat klopt en dat betekent dus dat het programma van eisen er ligt, ligt zoals het daar ligt.
En dat op een gegeven moment bij de feitelijke invulling op basis van de keuze die het college
u voorstelt, gemotiveerd een verdere invulling gegeven kan worden. Dat betekent dus dat dat nog
nadrukkelijk verder aan de orde zal zijn. Het betekent dat de randvoorwaarden die een aantal van
u aangeven, nadrukkelijkook nog in de commissie zullen komen. In een volgende commissieverga
dering of commissievergaderingen, dat geldt zowel voor de commissie SGM als voor de commissie
SO, willen wij nader met u van gedachten wisselen over de verdere procedure en de bewaking.
Kortom, hoe kunnen wij de commissies betrekken bij de vervolgprocedure zonder uitgebreide
inhoudelijke onderhandelingen te voeren, want dat kan uiteraard niet de bedoeling zijn. Wat betreft
de communicatie het volgende. Het zal u helder zijn dat het voltallige college afstand neemt van