9 MEI 1995 328 Wethouder DE BRUIJN In de tweede termijn zijn er niet zo bar veel vragen meer gesteld en is ook niet de bedoeling om de eerste termijn te herhalen. Ik denk dat we kort kunnen zijn. De heer Sinke benadrukt de kanttekeningen die vanuit zijn fractie zijn gemaakt en het attent zijn op de verwerking van die kanttekeningen in het vervolgproces. Ik denk dat we daar uiteraard alert op zullen zijn en in ieder geval de raad, respectievelijk de commissies, de mogelijkheid zullen geven om die alertheid mede gestalte te geven. Mevrouw Van Beusekom, heeft het over een Bredase droom die waargemaakt moest worden en dat de droom van de meerderheid van het college niet de VVD-droom is. Dat nemen we even voor kennisgeving aan. Iedereen droomt blijkbaar zoals hij denkt dat hij moet dromen. Ik moet constateren dat hier duidelijk een verschil van visie ligt in het geheel. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Kunnen we het er wel over eens zijn dat het college droomt? Wethouder DE BRUIJN Ik had het tot nu toe alleen maar over de VVD-droom. En dat de dromen in ieder geval niet overeenstemmen. Dus het college zal ook wel eens dromen, maar dromen zijn niet altijd bedrog. Ik zal het niet voor u gaan zingen. Op de tweede opmerking van mevrouw Van Beusekom wou ik kort ingaan. Misschien was het een retorische vraag: konden de bewoners voldoende inzicht krijgen in de plannen, met name gelet op de inbreng die ze konden leveren? Ik moet constateren, gelet op de inhoudelijke inbreng die zij geleverd hebben, dat in ieder geval ook door de bewoners niet in de discussie expliciet is neergelegd: dit is mooier dan dat. Ik denk dat, gelet op de inhoudelijkheid van het verhaaleen nadrukkelijke onderbouwing en een beschrijving van de visies zijn weergegeven. Tot slot in de richting van de heer Boer, maar dan krijgt hij nogmaals het antwoord dat hij op zijn artikel 48-vragen heeft gekregen: een referendum zat niet in de procedure, dus dat doen wij niet. De heer BOER Het ging over nd de procedure. Wethouder DE BRUIJN Na de procedure? Dat is heel aardig, maar dan ligt er een besluit, hoop ik. De heer BOER Dat hoopt u dus, maar het is na de procedure die door de oude raad aan de nieuwe raad is opgelegd. Wethouder DE BRUIJN Dat kan niet mijnheer Boer, wij houden ons als college aan de procedure, zoals die er ligt: door de oude raad vastgesteld, maar voor het college een vaststaand gegeven. Wat betreft de amendementen, het zijn er drie, ze hebben geen nummer maar ik noem amendement 1: het amendement van de VVD-fractie waarbij voorgesteld wordt het plan van Geerlings/Wilma nader uit te werken. Ik denk dat ik daar in eerste termijn al voldoende op heb geantwoord. Wat betreft amendement 2, van Groen Links, VVD en PvhZ dat is ook de volgorde van indienen, dit was een procedurevoorstel. Het college heeft gemeend de realiteitswaarde van dit voorstel te moeten bekijken. We vinden dat wij u van alles op de hoogte moeten brengen, dus ook van de realiteits waarde van voorstellen die voorliggen. Wij hebben overleg gehad met beide ontwikkelteams, om ze zo maar eens te noemen, om te horen wat hun zienswijze is op een dergelijk voorstelWij hebben hen gevraagd of het mogelijk was hun zienswijze ook aan u voor te leggen. Wij willen u die niet onthouden, omdat wij vinden dat u daar recht op heeft, omdat het informatie is. Dan moeten we constateren dat van de zijde van het ontwikkelteam Proper/Stok aangegeven is dat er aanzienlijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 328